8. Problemen met het product
opsporen
GEVAAR
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
Alvorens het deksel van de
klemmenkast te verwijderen of de
pomp te verwijderen of te demonteren
dient u er zeker van te zijn dat de
voedingsspanning naar de pomp is
uitgeschakeld en niet per ongeluk weer
kan worden ingeschakeld.
Storing
De motor draait niet na te zijn
ingeschakeld.
Motorbeveiliging wordt onmiddellijk
geactiveerd zodra de voeding wordt
ingeschakeld.
Motorbeveiliging wordt nu en dan
geactiveerd.
De motorbeveiliging heeft de motor niet
uitgeschakeld, maar de pomp draait niet.
De pompcapaciteit is niet constant.
De pomp werkt, maar er komt geen water.
WAARSCHUWING
Ontsnappende vloeistof
Dood of ernstig persoonlijk letsel
‐
‐
‐
Oorzaak en oplossing
Storing in voedingsspanning.
De zekeringen zijn doorgebrand.
Motorbeveiliging is geactiveerd.
De hoofdcontacten in de motorbeveiliging maken geen contact of
de spoel is defect.
De zekeringen van het stuurstroomcircuit zijn defect.
De motor is defect.
Storing in voedingsspanning.
De contacten in de motorbeveiliging zijn defect.
De kabelaansluiting zit los of is defect.
De motorwikkeling is defect.
De pomp heeft een mechanische blokkade.
De instelling voor overbelasting is te laag.
De instelling voor overbelasting is te laag.
De voedingsspanning is periodiek te laag of te hoog.
Het drukverschil in de pomp is te laag.
Storing in voedingsspanning.
De zekeringen zijn doorgebrand.
De hoofdcontacten in de motorbeveiliging maken geen contact of
de spoel is defect.
De zekeringen van het stuurstroomcircuit zijn defect.
De voordruk van de pomp is te laag.
De aanzuigleiding of de pomp is gedeeltelijk verstopt door
verontreinigingen.
De pomp zuigt lucht aan.
De aanzuigleiding of pomp is verstopt door verontreinigingen.
De voet- of terugslagklep zit vast in gesloten positie.
Lekkage in de zuigleiding.
Er bevindt zich lucht in de zuigleiding of pomp.
De motor draait in de verkeerde richting.
Zorg ervoor dat de ontsnappende
vloeistof geen personen kan
verwonden of schade kan toebrengen
aan de motor of andere onderdelen.
Bij installaties met hete vloeistoffen
dient in het bijzonder rekening te
worden gehouden met het gevaar van
kokend hete vloeistof.
Bij installaties met koude vloeistoffen
dient in het bijzonder rekening te
worden gehouden met het gevaar van
letsel veroorzaakt door de koude
vloeistof.
23