Bij installaties waarbij de pomp direct in de leidingen
hangt, kan de pomp de leidinglengte L aan beide
zijden van de pomp ondersteunen (L minder dan 3 x
DN), zie de onderstaande afbeelding. In installaties
waarbij de pomp rechtstreeks aan de leidingen is
gehangen, moet de pomp in de juiste stand worden
opgehesen en gehouden met behulp van touwen of
vergelijkbare bevestigingsmiddelen totdat beide
pompflenzen volledig aan de leidingflenzen zijn
bevestigd.
Pomp die rechtstreeks aan de leidingen is
gehangen
De motor mag nooit onder het horizontale
vlak worden geïnstalleerd.
Voor inspectie en verwijdering van motor of pompkop
is de volgende vrije ruimte vereist boven de motor:
•
300 mm voor motoren tot en met 4,0 kW.
•
1 m voor motoren van 5,5 kW en meer.
Zie de onderstaande afbeelding.
A
Vereiste vrije ruimte boven de motor
Motorvermogen
0,25 - 4,0 kW
5,5 kW en meer
10
L
A
≥ 300 mm
≥ 1 m
Dubbelpompen die in horizontale leidingen zijn
geïnstalleerd moeten boven in het pomphuis van een
automatische ontluchting worden voorzien. Zie de
onderstaande afbeelding. De automatische
ontluchting wordt niet standaard bij de pomp
geleverd.
90
O
Automatische ontluchting
Als de vloeistoftemperatuur daalt tot onder de
omgevingstemperatuur of als de pomp buiten wordt
opgesteld, kan er tijdens stilstand condensatie
ontstaan in de motor. Controleer in dat geval of de
afvoertule in de motorflens openstaat en naar
beneden wijst. Zie de onderstaande afbeelding.
A
A: Aftapgat
Afvoertule in motorflens
Als dubbelpompen worden gebruikt voor het
verpompen van vloeistoffen met een temperatuur
onder 0 °C, kan gecondenseerd water bevriezen en
kan de koppeling vast komen te zitten. Dit probleem
kan worden opgelost door verwarmingselementen te
installeren. Voor pompen met motoren van minder
dan 11 kW moet de pomp worden geïnstalleerd met
de motoras in horizontale positie.
A