2. Zorg dat de zuig- en persopeningen van de pomp
en alle andere openingen bedekt zijn met karton,
hout of afplakband om te voorkomen dat
voorwerpen van buitenaf in de pomp komen.
3. Dek de unit af met een zeildoek of waterdicht
materiaal of een andere geschikte afdekking als
deze moet worden opgeslagen op een plek
zonder beschermende afdekking.
4. Draai de as elke twee weken twee slagen om
corrosie van de lageroppervlakken en de
asafdichtingsvlakken als gevolg van vocht te
voorkomen.
Als er meer dan zes maanden voorbijgaan voordat de
apparatuur in bedrijf wordt gesteld, overweeg dan
een geschikt roestwerend middel aan te brengen op
de interne pomponderdelen.
Zorg dat het roestwerende middel de rubberen
onderdelen waarmee het in contact komt, niet
aantast.
Voor dit doel kunnen in de handel verkrijgbare
conserveringsmiddelen worden gebruikt. Neem de
instructies van de fabrikant voor toepassing of
verwijdering in acht.
Houd alle openingen afgedekt totdat de leidingen
worden aangesloten om het binnendringen van water,
stof etc. in de pomp tegen te gaan. Het kan heel
kostbaar zijn om de pomp na inbedrijfstelling te
demonteren om vreemde voorwerpen te verwijderen.
7. Het product onderhouden of
repareren
7.1 Verontreinigde producten
VOORZICHTIG
Biologisch gevaar
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Spoel de pomp grondig door met
schoon water en spoel de
pomponderdelen af met water na
demontage.
Het product wordt geclassificeerd als verontreinigd
als het is gebruikt voor een vloeistof die giftig of
schadelijk voor de gezondheid is.
Als u Grundfos vraagt om zo'n pomp te servicen, dan
dienen de volgende gegevens over de verwerkte
vloeistof etc. aan Grundfos verstrekt te worden
voordat het product voor service wordt opgestuurd.
Anders kan Grundfos weigeren het product een
servicebeurt te geven.
Het product moet grondig worden gereinigd voordat u
het retourneert.
De kosten voor het retourneren van het product zijn
voor rekening van de klant.
20
7.2 Instellen van de as
Als de motor is verwijderd tijdens de installatie of voor
reparatie van de pomp, moet de pompas worden
bijgesteld nadat de motor is vervangen.
7.2.1 Instellen van de as voor pompen met
tweedelige koppeling, TP serie 100 en 200
Zorg dat de asbout in de pompas aanwezig is.
Stel de pompas als volgt bij:
1. Verwijder de koppelingsbeschermingen met een
schroevendraaier.
2. Breng de inbusbouten in de koppeling aan maar
laat ze los.
3. Til de koppeling en de pompas zo ver mogelijk op
(naar de motor toe) met een schroevendraaier of
vergelijkbaar stuk gereedschap zodat de pomp-
en motorassen elkaar raken.
De koppeling en de asafdichting optillen
4. Draai de inbusbouten in de koppeling aan tot 5
Nm (0,5 kpm).
5. Controleer of de openingen aan beide kanten van
de koppelingshelften gelijk zijn.
6. Draai de bouten twee aan twee (telkens één zijde
tegelijk) vast tot het hieronder aangegeven
aanhaalmoment.
Inbusbout
M6 x 20
M8 x 25
Draaimoment
13 Nm (1,3 kpm)
31 Nm (3,1 kpm)