8.4 Controle van de werking
Deze paragraaf heeft betrekking op pompsets
N.B.
met dieselmotor.
Gerelateerd aan de inbedrijfstelling voert u een laatste testrun uit
volgens de norm die geldt voor de pompset:
1. Activeer het automatische inschakelcommando door de druk
in de persleiding te verlagen met een gesloten brandstofklep.
2. Verlaag de druk door de afsluiter van de testleiding te openen.
Elke inschakelcyclus bestaat uit een inschakelfase gevolgd door
een pauze. Na zes mislukte inschakelpogingen wordt een waar-
schuwing voor een inschakelfout geactiveerd. Wanneer de brand-
stofklep is geopend en de storingsmelding is weggenomen dient
de pomp correct in te schakelen.
9. Bediening van bedieningskast
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de bedienings-
kast.
9.1 Aanloop asafdichting
De verpompte vloeistof smeert de afdichtingsvlakken. Dit bete-
kent dat er mogelijk sprake is van een zekere mate van lekkage
via de asafdichting.
Wanneer de pomp voor de eerste keer wordt ingeschakeld, of
wanneer een nieuwe asafdichting is geïnstalleerd, dan is een
bepaalde aanloopperiode nodig voordat de lekkage is geredu-
ceerd tot een aanvaardbaar niveau. De benodigde tijd hiervoor
hangt af van de bedrijfstatus, d.w.z. elke keer dat de bedrijfstatus
verandert wordt een nieuwe aanloopperiode geïnitieerd.
Onder normale omstandigheden verdampt de lekkende vloeistof.
Het gevolg hiervan is dat er geen lekkage gedetecteerd wordt.
10. Bedrijf
Gedetailleerde bedieningsinstructies worden beschreven in de
installatie- en bedieningsinstructies voor de bedieningskast.
Volg de veiligheidsinstructies op in paragraaf
8. Inbedrijfstelling en de onderliggende paragra-
N.B.
fen, en ook in de installatie- en bedieningsin-
structies van de afzonderlijke onderdelen.
Zie ook de installatie- en bedieningsinstructies
N.B.
voor de bedieningskast en de dieselmotor.
10.1 Alarmmeldingen
De belangrijkste bedrijfs- en alarmmeldingen worden weergege-
ven met signaallampjes en/of het display van de bedieningskast.
Zie de installatie- en bedieningsinstructies van de bedienings-
kast.
Als de bedieningskast uitgangen bezit voor koppeling aan een
gebouwbeheersysteem, kunt u de pompset op afstand bewaken.
Zie paragraaf 13. Opsporen van storingen om eventuele storin-
gen te verwijderen.
De volgende vier bedrijfsmodi zijn mogelijk:
10.2 Automatisch bedrijf
Als u de pompset eenmaal hebt geïnstalleerd en in bedrijf gesteld
volgens de instructies, is geen verdere handeling meer nodig.
De pompset werkt automatisch en schakelt zichzelf in op het
moment dat water wordt onttrokken aan het sprinklersysteem en
de drukschakelaar dus een drukval detecteert.
De pompset wordt niet uitgeschakeld in geval
N.B.
van storing.
U kunt de pompset handmatig uitschakelen via de bedienings-
kast.
22
10.3 Handbediening
U kunt de pompset ook handmatig in- en uitschakelen voor een
functionele test, voor opnieuw inschakelen of na servicewerk-
zaamheden.
Blijf in de pompruimte tijdens handbediening.
Volg alle bedrijfs- en storingsmeldingen op aan-
Voorzichtig
gezien de pomp niet automatisch uitschakelt in
geval van storing (bijv. te hoge temperatuur van
het koelwater of te lage oliedruk).
10.4 Noodbedrijf
Deze functie is alleen beschikbaar voor pomp-
N.B.
sets met dieselmotor.
Als de dieselmotor niet inschakelt in automatisch bedrijf na zes
inschakelpogingen, dan wordt automatisch bedrijf geblokkeerd.
U kunt de pompset handmatig inschakelen via de bedieningskast.
10.5 Wekelijkse testrun
Test de werking van de pompset tijdens een testrun. Zie ook de
norm die van toepassing is voor de pompset.
Blijf in de pompruimte tijdens handbediening.
Volg alle bedrijfs- en storingsmeldingen op aan-
Voorzichtig
gezien de pomp niet automatisch uitschakelt in
geval van storing (bijv. te hoge temperatuur van
het koelwater of te lage oliedruk).
11. Uitschakelen
Deze paragraaf is van toepassing op de complete
pompset. Zie ook de installatie- en bedieningsin-
N.B.
structies voor de bedieningskast en de dieselmo-
tor.
Buitenbedrijfstelling is alleen mogelijk wanneer
N.B.
de pomp niet draait. Als de pomp draait, schakel
deze dan uit via de bedieningskast.
1. Sluit de isolatie-afsluiter aan de perszijde.
2. Sluit de isolatie-afsluiter aan de zuigzijde.
3. Schakel de voedingsspanning uit via de bedieningskast.
Aanvullende procedure voor pompset met dieselmotor
1. Sluit de brandstofklep aan de brandstoftank.
2. Ontkoppel eerst de positieve pool en daarna de negatieve
pool van de accu.
We adviseren om de brandstof in een geschikte container te laten
stromen.