6.7 Omloopleiding
6.7.1 Luchtgekoelde motor
Installeer een omloopleiding van de zuigzijde van de pomp tot
aan de testleiding om te garanderen dat de pomp niet tegen een
gesloten klep draait. Zie paragraaf 16.4 Minimaal debiet. De zuig-
leiding moet een aansluiting voor de omloopleiding hebben.
6.8 Aansluiten van het koelsysteem
Deze paragraaf heeft betrekking op pompsets
N.B.
met watergekoelde dieselmotor.
Watergekoelde dieselmotoren kunnen worden gekoeld met een
waterstroom door een leiding die via een koelcircuit op de warm-
tewisselaar is aangesloten.
Het koelcircuit bestaat uit het leidingwerk met zowel een hoofdlei-
ding als een omloopleiding, isolatiekleppen, reduceerkleppen, fil-
ters, een drukmeter en een magneetventiel, afhankelijk van de
configuratie. Zie afb. 16 en 17.
Afb. 16 Koelleiding met magneetventiel
Afb. 17 Koelleiding zonder magneetventiel
Installeer een leiding aan de perszijde van de warmtewisselaar.
Zie afb. 18. De nominale diameter van de leiding mag niet kleiner
zijn dan de uitlaat van de warmtewisselaar (1 1/4" of 1 1/2").
Afb. 18 Uitlaat van de warmtewisselaar
Waarschuwing
Als de koelleiding niet correct is aangesloten,
kan dit leiden tot drainage van de opslagtank.
Als het een installatie betreft waarbij koelwater terug naar de
opslagtankt wordt geleid, gebruikt u een koelleiding zonder mag-
neetventiel. Zie afb. 17.
Als het een installatie betreft waarbij koelwater naar de afvoer
wordt geleid, gebruikt u een koelleiding met magneetventiel.
Zie afb. 16.
6.8.1 Minimale druk
Teneinde correcte koeling van de motor te waarborgen, moet na
de vuilvanger de hieronder vermelde druk heersen.
Type
Koelwater teruggeleid naar opslagtank
Koelwater naar afvoer geleid
6.8.2 Filter in koelcircuit
De isolatiekleppen in de omloopleiding zijn gesloten tijdens nor-
maal bedrijf. Open de kleppen alleen als het filter in de hoofdlei-
ding vuil is en voorkomt dat het koelwater de motor koelt.
Een vervuild filter resulteert in onvoldoende druk op de drukme-
ter.
Druk
[bar]
2,0
1,0
15