UITGAVE 01/2013
GEBRUIKSAANWIJZING
6
MONTAGE EN IN GEBRUIK NEMEN
6.1
KWALIFICATIE VAN HET MONTAGEPERSONEEL / HET VOOR HET IN GEBRUIK
NEMEN VERANTWOORDELIJKE PERSONEEL
Ondeskundige installatie/bediening!
Letsel en schade.
6.2
MONTAGE VAN DE WAGEN
De wagen van de handinstallatie wordt om transportredenen in gedemonteerde toestand
geleverd. De montage moet zoals hieronder beschreven worden verricht.
25Nm;
18.44lb ft
P_01786
BESTELNUMMER DOC 2337609
WAARSCHUWING
Het voor het in gebruik nemen verantwoordelijke personeel
moet voldoen aan alle vakkundige voorwaarden voor een veilig
in gebruik nemen.
Het bedienend personeel moet vertrouwd zijn met de
bepalingen van de Europese normen DIN EN 50050-2 en
DIN EN 50177.
Bij het in gebruik nemen en alle werkzaamheden de
gebruiksaanwijzing en de veiligheidsbepalingen van de
aanvullend
benodigde
opvolgen.
systeemcomponenten
Procedure:
3
1.
Transportverpakking voorzichtig openen
en alle losse onderdelen voorzichtig uit
de verpakking halen.
2
2.
Onderstel van de wagen 1 op een schoon,
vlak oppervlak neerzetten.
3.
Plaats het bovendeel van de wagen 2
op de beide geleidingshulzen op het
onderstel van de wagen 1, druk het
met lichte druk tot aan de aanslag naar
1
beneden en schroef het met de bouten
en moeren (zie detail) op het onderstel
van de wagen vast (aanhaalmoment
25 Nm; 18,44 lb ft).
4.
Pistoolhouder 3 monteren (zie aparte
montagehandleiding).
SPRINT
lezen
en
23