UITGAVE 01/2013
GEBRUIKSAANWIJZING
4.2
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR HET PERSONEEL
De informatie in deze handleiding te allen tijde in acht nemen, met name de algemene
veiligheidstips en de waarschuwingen.
Lokale voorschriften met betrekking tot veilige arbeidsomstandigheden en ter
voorkoming van ongevallen moeten te allen tijde worden opgevolgd.
Personen met pacemakers mogen zich in geen geval bevinden in het gebied, waar het
hoogspanningsveld tussen het spuitpistool en het te coaten werkstuk wordt opgewekt!
4.2.1
VEILIG OMGAAN MET POEDERSPUITAPPARATEN VAN WAGNER
Het poederpistool nooit op personen richten.
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat, werkonderbrekingen en bij storingen in
de werking:
- energie- en persluchttoevoer uitschakelen
- poederpistool tegen ongewenste bediening borgen
- poederpistool en apparaat drukloos maken
- Als er een storing optreedt, verhelp dan de fout zoals beschreven in het
hoofdstuk "Verhelpen van storingen".
4.2.2
APPARAAT AARDEN
Onder bepaalde omstandigheden kunnen er elektrostatische opladingen aan het
apparaat ontstaan. Deze kunnen bij ontlading de vorming van vonken of vlammen tot
gevolg hebben.
Ervoor zorgen dat het apparaat bij elke coating geaard is.
Te coaten werkstukken aarden.
Ervoor zorgen dat alle personen binnen de werkzone geaard zijn, bijv. door het dragen
van elektrostatisch geleidende schoenen.
Aardleidingen moeten regelmatig op hun functionaliteit (zie EN 60204) gecontroleerd
worden.
4.2.3
MATERIAALSLANGEN
Alleen originele Wagner-poederslang gebruiken.
BESTELNUMMER DOC 2337609
SPRINT
13