UITGAVE 01/2013
GEBRUIKSAANWIJZING
4
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
4.1
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR DE EXPLOITANT
Deze handleiding te allen tijde ter beschikking houden op de plek waar het apparaat
wordt gebruikt.
Lokale voorschriften met betrekking tot veilige arbeidsomstandigheden en ter
voorkoming van ongevallen moeten te allen tijde worden opgevolgd.
4.1.1
ELEKTRISCHE APPARATEN EN PRODUCTIEMIDDELEN
In overeenstemming met de plaatselijke veiligheidseisen met het oog op modus en
omgevingsinvloeden voorzien.
Alleen door elektriciëns laten onderhouden.
In overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften en elektrotechnische regels
bedienen.
Gebreken onmiddellijk laten repareren.
Buiten bedrijf stellen, zodra verder gebruik gevaar oplevert.
Spanningsloos laten schakelen, voordat met werkzaamheden aan actieve delen wordt
begonnen.
Apparaat tegen onbevoegd opnieuw inschakelen borgen. Het personeel informeren
over geplande werkzaamheden.
De voorschriften voor elektrische veiligheid in acht nemen.
4.1.2
GEKWALIFICEERD PERSONEEL
Zorg ervoor dat het apparaat uitsluitend wordt bediend en gerepareerd door voldoende
opgeleid personeel.
4.1.3
VEILIGE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
De vloer van de werkplek moet elektrostatisch geleidend zijn (meting volgens EN 1081
en EN 61340-4-1).
De schoenen die door de bedieners worden gedragen, moeten voldoen aan de eisen van de
EN ISO 20344. De gemeten isolatieweerstand mag 100 MΩ niet overschrijden.
De veiligheidskleding, inclusief handschoenen moet voldoen aan eisen van de
EN ISO 1149-5. De gemeten isolatieweerstand mag 100 MΩ niet overschrijden.
De poedervrijgave moet elektrisch met het afzuigsysteem van de poederspuitinstallatie
vergrendeld zijn.
Overtollig spuitmateriaal (overspray) moet veilig ingezameld worden.
Ervoor zorgen dat er geen ontstekingsbronnen, zoals open vuur, vonken, gloeidraden
of hete oppervlakken in de omgeving aanwezig zijn. Niet roken.
Voldoende geschikte brandblusinrichtingen klaarzetten en gebruiksklaar houden.
De exploitant moet ervoor zorgen dat een gemiddelde concentratie van poederlak in
de lucht van 50 % van de onderste explosiegrens (OEG = max. toegestane poeder/
luchtconcentratie) niet wordt overschreden. Als er geen betrouwbare waarde van de
OEG aanwezig is, mag de gemiddelde concentratie 10 g/m³ niet overschrijden.
BESTELNUMMER DOC 2337609
SPRINT
12