UITGAVE 01/2013
GEBRUIKSAANWIJZING
4.2.4
REINIGING
Vóór begin van de reinigingswerkzaamheden of andere handmatige werkzaamheden
in de spuitzone moet de hoogspanning uitgeschakeld en tegen opnieuw inschakelen
beveiligd zijn.
Apparaat tegen onbevoegd opnieuw inschakelen beveiligen.
Er mogen nooit vloeibare reinigingsmiddelen worden gebruikt!
Voor het verwijderen van stofafzettingen mogen uitsluitend mobiele industriële
stofzuiger van het type 1 (zie EN 60335-2) worden gebruikt.
4.2.5
OMGANG MET POEDERLAKKEN
Bij poedervoorbereiding, -verwerking en apparaatreiniging de verwerkingsvoorschriften
van de fabrikanten van de gebruikte poederlakken in acht nemen.
Bij de afvoer van poederlakken moeten de instructies van de fabrikant en de
desbetreff ende milieu-eisen in acht worden genomen.
Verplichte veiligheidsmaatregelen nemen, vooral veiligheidsbril en veiligheidskleding
dragen en evt. huidbeschermende crème gebruiken.
Gebruik een ademhalingsmasker of -toestel.
Voor voldoende bescherming van gezondheid en milieu: gebruik het apparaat alleen
in een poedercabine of bij een spuitwand met ingeschakelde ventilatie (afzuiging).
BESTELNUMMER DOC 2337609
SPRINT
14