2.
Sluit de koelwaterafvoerslang aan op de koelwateruitlaat (raadpleeg
regelingen/aansluitingen op de achterkant van de pomp (systeem met
achteruitlaat en zwenkwieltjes/nivelleerpoten gemonteerd)
waterdebietmeter in de watertoevoerleiding dicht bij de pomp en sluit vervolgens
de watertoevoerslang aan op de koelwaterinlaat (raadpleeg
aansluitingen op de achterkant van de pomp (systeem met achteruitlaat en
zwenkwieltjes/nivelleerpoten
afscheidingsstukken op de pomp niet draait wanneer u de aansluitingen vastdraait.
3.
Draai de koelwatertoevoer aan.
4.
Schakel de stroomvoeding naar het drooglopende pompsysteem in. Alle
waterkleppen in het koelsysteem van de pomp gaan automatisch open gedurende
een periode van ongeveer 10 seconden.
5.
Pas het waterdebiet aan zodat het voldoet aan de vereisten in
waterverbruik
opnieuw dichtgaan na 10 seconden en dat het debiet dat wordt weergegeven door
de waterdebietmeter, zal afnemen (dit is normaal). Voer indien nodig stroom naar
de pomp om de kleppen gedurende nog eens 10 seconden opnieuw te openen om
verder te gaan met het instellen van het waterdebiet.
6.
Wanneer het waterdebiet is ingesteld, kan de waterdebietmeter worden
verwijderd.
7.
Controleer de waterslangen, de pijpleidingen en de verbindingen om zeker te zijn
dat er geen lekken zijn.
Zet de watertoevoer uit terwijl u de rest van de installatieprocedure uitvoert.
3.10 Accessoires
WAARSCHUWING:
Zorg ervoor dat de pomp is uitgezet wanneer u accessoires binnenin de behuizing
monteert. Vergrendel en label de stroomvoeding alvorens de panelen van de
behuizing te verwijderen.
WAARSCHUWING:
De oppervlakken van de drooglopende pomp, de stuwpomp en de spoelen zijn erg
heet wanneer het drooglopende pompsysteem actief is. Laat deze oppervlakken
afkoelen naar een veilige temperatuur voordat u de accessoires gaat installeren
binnenin de behuizing. Zorg ervoor dat u hulpkabels voert en bevestigt zoals getoond
in de bijbehorende installatiehandleidingen om te voorkomen dat de kabels op hete
oppervlakken rusten.
VOORZICHTIG:
De stroom naar het drooglopende pompsysteem moet worden uitgeschakeld
wanneer de MCM MicroTIM of actieve hulpmodule wordt geïnstalleerd of
verwijderd. Als dit niet wordt gedaan, kunnen deze modules worden beschadigd. Zie
de aangewezen accessoirehandleiding voor meer informatie.
M58800886_H - Installatie
gemonteerd), item 13). Zorg dat u de
(GXS160/250/1750/2600). Merk op dat de waterkleppen allemaal
Figuur: De
item 17). Monteer een
Figuur: De regelingen/
Tabel: Gegevens