gegeven PID-instelpunt. Wij raden aan om de PID automatisch af te stellen nadat het
PID-instelpunt wordt afgesteld.
Figuur 67 Het vereenvoudigde systeemdiagram
Klassieke PID-vergelijking
Waarbij:
u is het regelsignaal.
e is de regelfout.
K
is de toename voor een proportionele regelaar.
c
T
is de parameter die de integrale regelaar schaalt.
i
T
is de parameter die de afgeleide regelaar schaalt.
d
t is de tijd die wordt genomen voor foutmeting.
b is de instelpuntwaarde van het signaal, ook wel vertekening of verschuiving genoemd.
Op de pomp kunnen de parameters Kc, T
door de gebruiker of de pomp kan een automatische afstelling uitvoeren die deze
parameters berekent gebaseerd op de reactie van het systeem bij de instelpuntdruk.
De PID-drukregelprocedure van de pomp is ontworpen om te werken met een onze
rekstrook of een actieve Pirani-meter (beschikbaar als accessoires). Als gevolg van
onnauwkeurigheden in de meters, raden wij niet aan om te regelen onder 20 mbar met
een rekstrook. Zie
druksensor wilt gebruiken.
De volgende menu's worden gebruikt door de PDT om de PID-functionaliteit te
configureren en te gebruiken.
Blz. 156
M58800886_H - Pompdisplayterminal
Een andere meter gebruiken
en T
en de tijdsconstante worden ingesteld
i
d
op pagina 157 als u een andere
07/2020