▪
een extra aardingskabel aansluit op de aardstang van de RF-aarding. Er moet een
geschikte kabel met lage impedantie (bijvoorbeeld een gevlochten kabel) worden
gebruikt. Raadpleeg
pomp (systeem met achteruitlaat en zwenkwieltjes/nivelleerpoten
item 19.
3.8 Verbinding maken met het noodstopcircuit
Opmerking:
Als u geen aansluiting maakt op uw eigen regelapparatuur, moet de meegeleverde
externe EMS-koppelstekker worden gemonteerd op de EMS-aansluiting op de achterkant
van het drooglopende pompsysteem. Als u dit niet doet, zult u het drooglopende
pompsysteem niet kunnen bedienen. Raadpleeg
de achterkant van de pomp (systeem met achteruitlaat en zwenkwieltjes/nivelleerpoten
gemonteerd), item 22).
Als dat nodig is, kan de regelapparatuur van de klant worden aangesloten op het
drooglopend pompsysteem om het stop te zetten in geval van nood met gebruik van de
EMS-aansluiting. De noodstopregeling moet in overeenstemming zijn met IEC 60947-5-1.
Dit moet een rode zelfvergrendelende schoteldrukknop op een gele achtergrond zijn.
Raadpleeg
met achteruitlaat en zwenkwieltjes/nivelleerpoten
3.9 Sluit het koelwater aan en stel het in
WAARSCHUWING:
Zet de toevoer van koelwater niet aan voordat u de elektrische installatie van het
drooglopende pompsysteem hebt uitgevoerd. Anders kan zich binnen in de behuizing
condens vormen en kan er een risico van elektrische schokken zijn.
VOORZICHTIG:
Verwijder beide buitenste stofkappen en de binnenste plastic pluggen uit de
hulpstukken van de waterinlaat en -uitlaat voordat u de koelwaterslangen aansluit.
VOORZICHTIG:
Pas niet teveel draaimoment toe op de waterhulpstukken bij het aansluiten van de
watertoevoer op het drooglopende pompsysteem, omdat dit het spruitstuk kan
beschadigen. Gebruik een geschikte moersleutel om te voorkomen dat de
afscheidingsstukken op het drooglopende pompsysteem draaien terwijl u de
aansluitingen vastdraait.
VOORZICHTIG:
Monteer de inlaatzeef (meegeleverde Y-zeef) in de toevoerzijde van het
koelwatersysteem om schade aan het koelsysteem binnen het drooglopende
pompsysteem te voorkomen.
M58800886_H - Installatie
Figuur: De regelingen/aansluitingen op de achterkant van de
(Figuur: De regelingen/aansluitingen op de achterkant van de pomp (systeem
(Figuur: De regelingen/aansluitingen op
gemonteerd), item 22).
gemonteerd),