1.4 Prioriteit van de bediening
Het drooglopende pompsysteem kan worden gestuurd door een aantal modules:
▪
Voorste bedieningspaneel (zie
▪
Pompdisplayterminal (PDT)
▪
Het systeem van de klant via de MCM MicroTIM of
▪
Een van de seriële interfaces
Het drooglopende pompsysteem kan maar op één manier tegelijkertijd worden bediend.
Wanneer één bepaalde module het drooglopende pompsysteem stuurt, worden de
stuuropdrachten van de andere modules genegeerd. De regeling moet worden
vrijgegeven door de ene module voordat het kan worden overgenomen door een andere
module.
Er zijn LED's om de regeling aan te geven:
▪
De LED op het voorste bedieningspaneel gaat branden wanneer de regeling wordt
overgenomen door het voorpaneel. Raadpleeg
voorpaneel, item 6.
▪
De LED op de achterkant van de pomp gaat branden wanneer de regeling wordt
overgenomen door de MicroTIM. Raadpleeg
op de achterkant van de pomp (systeem met achteruitlaat en zwenkwieltjes/
nivelleerpoten
▪
De lokale regel-LED op de PDT gaat branden wanneer de regeling wordt
overgenomen door die specifieke PDT. Raadpleeg
124.
De PDT-weergave geeft tevens aan welk systeem de controle heeft.
1.5 Active utility control/stand-by
De active utility control (Green Mode)-functie kan de snelheid en verbruik van stroom en
zuiveringsgas door het drooglopende pompsysteem verlagen in de modus stand-by. Het
drooglopende pompsysteem kan in de Green Mode/modus stand-by worden gezet met
gebruik van het voorste bedieningspaneel, de PDT of via de MCM MicroTIM. Raadpleeg
Blz. 12
M58800886_H - Inleiding
Figuur: Knoppen van het
gemonteerd), item 9.
voorpaneel)
Figuur: Knoppen van het
Figuur: De regelingen/aansluitingen
Pompdisplayterminal
op pagina
07/2020