▪
De regelingen van het voorpaneel kunnen worden gebruikt om de 'controle' te
nemen en de pomp te stoppen, maar dit is slechts een eenvoudige stop; het is niet
mogelijk om de stopzettingsprocedures te gebruiken, zoals Intelligente stop.
▪
Als de regelingen van het voorpaneel of de EMS-knop worden gebruikt om de
pomp te stoppen, knipperen de waarschuwing-LED's op de pomp en de alarm-LED
gaat branden. De inlaatisolatieklep wordt gesloten.
▪
Stopverzoeken van alle apparaten behalve de regelingen van het voorpaneel,
worden genegeerd.
▪
Alle verzoeken om de pomp te starten, worden verworpen.
Voor systemen die zijn uitgerust met de MCM MicroTIM:
▪
Als de pomp wordt gestopt wanneer de communicatie verloren gaat, wordt 'alarm
aanwezig' ingesteld op de alarmregel.
▪
Als de pomp draait wanneer de communicatie verloren gaat, worden de outputs
naar de MicroTIM niet beïnvloed.
Blz. 184
M58800886_H - Opsporen van storingen
07/2020