— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Applicaties aanbrengen
a
Knip de applicatie uit met een marge van 3 tot
5 mm ( 1/8 en 3/16 inch).
a Marge
b
Plaats een patroon van dik papier op de ach-
terkant van de applicatie en vouw de marge
om met een strijkbout.
• Verwijder het dikke papier nadat u de marge
hebt aangedrukt.
c
Draai de stof om en rijg of speld deze op de
stof waarop u deze wilt bevestigen.
1
a Rijgsteken
d
Bevestig de open-teenvoet.
• Meer bijzonderheden vindt u in "De persvoet
vervangen" (pagina 35).
e
f
1
Selecteer een steek.
• Meer bijzonderheden vindt u in "Steken
selecteren" (pagina 64).
Draai het handwiel naar u toe en begin te
naaien rond de rand van de applicatie; let op
dat de naald net buiten de applicatie neer-
komt.
Wanneer u rond hoeken naait, stopt u de
machine met de naald in de stof net buiten de
applicatie; vervolgens zet u de persvoethendel
omhoog en draait u de stof naar de gewenste
naairichting.
Appliqué-, patchwork- en quiltsteken 91
3