— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Overhandse steken naaien met de zijsnijder
Met de zijsnijder kunt u marges voltooien, terwijl de rand van de stof wordt afgesneden. Er zijn vijf steken die u
kunt gebruiken voor overhandse steken met de zijsnijder.
Steek
Patroon
63
Rechte steken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
64
Zigzagsteken naaien terwijl de
stof wordt afgesneden
Rafelen voorkomen in dunne en
65
middelzware stoffen terwijl de
Overhandse
stof wordt afgesneden
steek
Rafelen voorkomen in dikke
66
stoffen terwijl de stof wordt afge-
sneden
Rafelen voorkomen in dikke
67
stoffen terwijl de stof wordt afge-
sneden
a
Verwijder de persvoet.
• Meer bijzonderheden vindt u in "De persvoet
vervangen" (pagina 35).
b
Zet de persvoet omlaag en rijg de draad hand-
matig in.
• U kunt de naaldinrijger niet gebruiken. Wan-
neer u de naaldinrijger gebruikt met de zij-
snijder, kan de naaimachine beschadigd
raken.
c
Zet de persvoethendel omhoog.
68
Toepassing
Auto-
matisch
0.0
(0)
3.5
(1/8)
3.5
(1/8)
5.0
(3/16)
5.0
(3/16)
d
e
Steekbreedte
Steeklengte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
Auto-
Handmatig
matisch
0.0–2.5
2.5
(0–3/32)
(3/32)
3.5–5.0
1.4
(1/8–3/16)
(1/16)
3.5–5.0
2.0
(1/8–3/16)
(1/16)
3.5–5.0
2.5
(1/8–3/16)
(3/32)
3.5–5.0
2.5
(1/8–3/16)
(3/32)
Haak de verbindingsvork van de boventrans-
portvoet op de naaldklemschroef.
1
a Verbindingsvork
b Naaldklemschroef
Plaats de zijsnijder zodanig dat de pen van de
zijsnijder op één lijn staat met de inkeping in
de persvoethouder en zet vervolgens langzaam
de persvoethendel omlaag.
1
a Inkeping in persvoethouder
b Speld
De zijsnijder is bevestigd.
Pers-
voet
Handmatig
0.2–5.0
(1/64–3/16)
0.0–4.0
(0–3/16)
1.0–4.0
( 1/16–3/16)
S
1.0–4.0
( 1/16–3/16)
1.0–4.0
( 1/16–3/16)
2
2