— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Nuttige functies
Hieronder worden functies beschreven waarmee u efficiënter kunt werken.
Automatisch achteruitnaaien/
verstevigingssteken
U kunt de naaimachine instellen om automatisch
achteruit te naaien respectievelijk verstevigingssteken
te maken aan het begin en het eind van een stuk
naaiwerk. De keuze voor achteruitnaaien of vestevi-
gingssteken is afhankelijk van de steek die u hebt
geselecteerd. Meer bijzonderheden vindt u in "Steek-
instellingen" (pagina 130).
a
Zet de naaimachine aan.
Het LCD-scherm gaat branden.
b
Selecteer een steek.
• Meer bijzonderheden over het selecteren van
steken vindt u in "Steken selecteren" (pagina
64).
c
Druk op
ningspaneel.
Het instellingenscherm verschijnt.
d
Druk op
is geselecteerd.
e
Druk op
Er verschijnt een scherm waarin u automa-
tisch achteruitnaaien/verstevigingssteken
kunt opgeven.
(instellingentoets) van het bedie-
,
,
en
(pijltoetsen) totdat
(OK-toets).
f
Druk op
om
Wilt u terug naar
Nu is de machine ingesteld op automatisch
achteruitnaaien/verstevigingssteken.
g
Druk op
(OK-toets).
Het beginscherm voor steken verschijnt
weer en
verschijnt linksonder in het
scherm.
• Wanneer u de naaimachine uitzet, wordt de
instelling automatisch achteruitnaaien/verste-
vigingssteek geannuleerd.
h
Plaats de stof onder de persvoet en druk een-
maal op
(start/stoptoets).
1
a Start/stoptoets
Na achteruitnaaien/verstevigingssteek begint
de machine met het echte stikwerk.
i
Wanneer u het eind van het stiksel bereikt,
drukt u eenmaal op
stevigingssteektoets).
Deze stap is niet noodzakelijk bij steken voor
knoopsgaten en bartacksteken, waarbij auto-
matisch verstevigingssteken worden genaaid.
te selecteren.
, dan drukt u op
.
(achteruitnaaien/ver-
Nuttige functies 55
2