— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
De naald inrijgen
U kunt de naaldinrijger gebruiken met naaldmaat
75/11 t/m 100/16. Meer bijzonderheden vindt u in
"Soorten naalden en toepassingen" (pagina 32).
a
Houd met uw linkerhand het uiteinde van de
draad vast dat u door de draadhaak van de
naaldstang hebt geleid en leid de draad vervol-
gens vanaf de voorkant door de draadgeleider-
schijven.
a Draadgeleiderschijven
b Leid de draad naar achteren.
c Leid de draad door de gleuf.
b
Snijd de draad af met de draadafsnijder op de
linkerkant van de machine.
a Draadafsnijder
1
2
3
1
5
Zet de persvoethendel omlaag.
c
a Persvoethendel
De persvoet staat omlaag.
d
Haal de omlaag totdat deze klikt.
1
a Hendel van naaldinrijger
De draad wordt door het oog van de naald
geleid.
e
Laat de hendel van de naaldinrijger los.
f
Trek de lus van de draad die door het oog van
de naald is geleid voorzichtig uit tot het eind
van de draad.
Zet de persvoethendel omhoog, leid de draad
g
door de persvoet en trek ongeveer 5 cm draad
naar de achterkant van de machine.
1
a 5 cm (2 inch)
Het inrijgen van de bovendraad is hiermee
voltooid.
De bodendraad inrijgen 25
1
1