— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
NAAISTEKEN
Overhandse steken
Naai overhandse steken langs de rand van afgesneden stof om rafelen te voorkomen. Er zijn 15 over-
handse steken beschikbaar. De procedure voor overhandse steken wordt uitgelegd aan de hand van de
persvoet die wordt gebruikt.
Overhandse steken naaien met persvoet "G" voor overhands naaiwerk
U kunt drie steken gebruiken voor overhands naaien met persvoet "G" voor overhands naaiwerk.
Steek
Patroon
11
Overhandse
12
steek
13
a
Bevestig persvoet "G" voor overhandse steken.
• Meer bijzonderheden vindt u in "De persvoet
vervangen" (pagina 35).
b
Selecteer een steek.
• Meer bijzonderheden vindt u in "Steken
selecteren" (pagina 64).
c
Plaats de rand van de stof tegen de geleider
van de persvoet en zet de persvoethendel
omlaag.
a Geleider
66
Steek-
Toepassing
toets
Rafelen voorkomen in
middelzware en dunne
stoffen
Rafelen voorkomen in
dikke stoffen en stoffen
die gemakkelijk rafelen
–
G
1
Steekbreedte
[mm (inch)]
Auto-
Auto-
Handmatig
matisch
matisch
3.5
2.5–5.0
2.0
(1/8)
(3/32–3/16)
(1/16)
5.0
2.5–5.0
2.5
(3/16)
(3/32–3/16)
(3/32)
5.0
3.5–5.0
2.5
(3/16)
(1/8–3/16)
(3/32)
d
Naai met de rand van de stof tegen de pers-
voetgeleider.
a Naaldpositie
VOORZICHTIG
● Nadat u de steekbreedte hebt aangepast,
draait u het handwiel langzaam naar u toe
en controleert u dat de naald de persvoet
niet raakt. Als de naald de persvoet raakt,
kan de naald verbuigen of breken.
Steeklengte
[mm (inch)]
Pers-
voet
Handmatig
1.0–4.0
(1/16–3/16)
1.0–4.0
G
(1/16–3/16)
1.0–4.0
(1/16–3/16)
1