— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
VOORBEREIDINGEN
Soorten naalden en toepassingen
Welke naaimachinenaald u moet gebruiken hangt af van de stof en de dikte van de draad. Raadpleeg de vol-
gende tabel om de geschikte draad en naald uit te zoeken voor de stof die u wilt naaien.
Soort stof/toepassing
Middel-
zware
stoffen
Dunne stof-
fen
Dikke stof-
fen
Stretch
stoffen
Stoffen die gemakkelijk rafelen
Stevig naaigaren
Memo
Hoe kleiner het draadnummer, des te dikker
de draad; hoe groter het naaldnummer, des
te dikker de naald.
Gebruik de ballpointnaald wanneer u stret-
chstoffen naait of stoffen waar gemakkelijk
steken worden overgeslagen.
Gebruik een naald 90/14 t/m 100/16 met
transparante nylondraden, ongeacht welke
stof u naait.
Een naald 75/11 is bij aanschaf van de
machine reeds geïnstalleerd.
32
Soort
Popeline
Katoenen draad
Synthetische
Tafzijde
draad
Flanel,
Zijden draad
Gabardine
Batist
Katoenen draad
Synthetische
Crêpe georgette
draad
Challis, satijn
Zijden draad
Denim
Katoenen draad
Synthetische
Corduroy
draad
Tweed
Zijden draad
Jersey
Draad voor
gebreide stoffen
Tricot
Katoenen draad
Synthetische
draad
Zijden draad
Synthetische
draad
Zijden draad
Draad
Formaat naald
Dikte
60–80
75/11–90/14
50–80
60–80
50–80
30–50
90/14–100/16
50
Ballpointnaald
50–60
(goudkleurig)
75/11–90/14
50–80
30
90/14–100/16
VOORZICHTIG
● In de tabel hierboven vindt u de juiste
combinaties van stof, draad en naald.
Wanneer de combinatie van stof, draad
en naald niet goed is, kan de naald
verbuigen of breken, vooral met dikke
stoffen (zoals denim) en dunne naalden
(bijv. 65/9 t/m 75/11). Bovendien kunnen
de steken ongelijkmatig worden of gaan
trekken, of er kunnen steken worden
overgeslagen.
65/9–75/11
65/9–90/14