— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Druk één of twee keer op
c
toets) om de naald omhoog te zetten.
a Naaldstandtoets
• Als de naald niet goed omhoog staat, kunt u
de naaimachine niet goed inrijgen. Contro-
leer of de markering op het handwiel
omhoog staat zoals in onderstaande illustra-
tie. Staat het handwiel niet in deze stand,
druk dan op de naaldstandtoets om de naald
omhoog te zetten voordat u de naaldinrijger
gebruikt.
a Markering op het handwiel
d
Licht de bovenklep op.
e
Verwijder de kloskap van de klospin.
a Klospin
b Kloskap
(naaldstand-
1
1
1
2
Plaats de klos voor de bovendraad op de klos-
f
pin.
Schuif de klos op de pin, zodat de klos horizon-
taal is en de draad vanaf de onderkant (voor)
van de klos wordt afgewikkeld.
• Als de klos niet zodanig is geplaatst dat de
draad op de juiste manier wordt afgewikkeld,
kan de draad rond de klospin verward raken.
g
Schuif de kloskap op de klospin.
Met de afgeronde kant van de kloskap naar
links schuift u de kloskap zo ver mogelijk op de
klospin, totdat de rechterkant van de klos de
rechterkant van de klospin raakt.
• De kloskap is in drie formaten verkrijgbaar
(groot, middelgroot en klein). Gebruik een
kloskap met een iets grotere doorsnee dan
die van de klos. De middelgrote kloskap zit
reeds op de klospin wanneer u de naaima-
chine aanschaft.
1
a Kloskap (groot)
b Kloskap (middelgroot)
c Klos
• Wanneer u een draadklos met kruiswikkel-
draad gebruikt, zorg dan dat er enige ruimte
blijft tussen de kap en de draadklos.
2
3
a Klos
b Tussenruimte
c Kloskap (klein)
De bodendraad inrijgen 23
2
3
1
1