Montage van de pianostandaard
2
Installeer de achterpanelen
(links en rechts).
Bevestig twee korte schroeven
1
(6 × 14 mm) handmatig aan
elke hoek van het
achterpaneel (midden) zodat
de schroefdraden ongeveer
10 mm boven het oppervlak
uitsteken. Zorg ervoor dat de
schroeven niet los komen te
zitten en uit de gaten vallen.
Controleer of de schroeven
2
die u in stap
1
niet zijn losgeraakt. Plaats vervolgens de
houvast van het achterpaneel (links) naar de
achterkant en haak de klamp van het
achterpaneel (links) in de uitstekende
schroeven, zoals in illustratie
getoond. Terwijl u dit doet, moet u oppassen
dat de klamp geen krassen veroorzaakt op het
achterpaneel (midden).
Lijn de gaten onder de houvast op het
3
achterpaneel (links) uit met de gaten op het
hoofdgedeelte, draai vervolgens twee lange
schroeven (6 × 45 mm) vast om het paneel aan
het gedeelte te bevestigen.
Draai twee korte schroeven (6 × 14 mm) licht
4
vast in de klamp onder aan het gedeelte om het
paneel aan het gedeelte te bevestigen.
3
4
Volg dezelfde stappen om het achterpaneel
5
te installeren (rechts).
3
Zet de achterpanelen stevig vast.
Draai de schroeven stevig vast in de volgorde die
wordt getoond in de illustratie. Zorg ervoor dat
er geen verkeerd uitgelijnde niveaus op het
vooroppervlak ontstaan, en ook geen openingen
aan de bovenkant van de achterpanelen (midden,
links en rechts).
1
2
3
62
Gebruikershandleiding F11/F01
10 mm
handmatig hebt vastgedraaid,
wordt
2
2
Plaats de klamp naar
de achterkant van het
achterpaneel (links).
De randen moeten
1
vlak zijn.
2
Zorg ervoor dat er geen
opening ontstaat.
3
4
Bevestig de valbeveiliging.
Lijn het tweede en vierde gat op de valbeveiliging
uit met de klampgaten onder aan het gedeelte.
Zet de klamp vervolgens vast met twee korte
schroeven (6 × 14 mm).
5
Stel de voltageschakelaar in en sluit
het netsnoer aan.
Steek de stekker van het netsnoer in de
[AC INLET]-aansluiting aan de achterkant
van het gedeelte.
(F11)
Voltage-
schakelaar
Voltageschakelaar
Controleer voordat u het netsnoer aansluit de instelling
van de voltageschakelaar, indien aanwezig. Gebruik een
platkopschroevendraaier om de schakelaar op het juiste
voltage (110, 127, 220 of 240 V) voor uw land te zetten
door de schakelaar te draaien totdat het juiste voltage bij
het pijltje verschijnt. De schakelaar staat op 240 V als het
instrument vanuit de fabriek wordt verzonden. Steek,
nadat het juiste voltage is geselecteerd, het netsnoer in de
AC INLET-aansluiting en in het stopcontact. In sommige
landen wordt mogelijk een stekkeradapter meegeleverd
zodat de stekker op uw stopcontact kan worden
aangesloten.
WAARSCHUWING
Een foutief ingesteld voltage kan ernstige
schade toebrengen aan het instrument, of
leiden tot onjuist functioneren.
(F01)
Voltage-
schakelaar