Inhoudsopgave
Advertenties
11.6 Temperatuur instellen
00:00
Weergave van de ingestelde
temperatuur
Weergave van de levensmidde-
lentemperatuur in de pan
Op deze weergaveregelaar stelt u door draaien de gaar-
temperatuur in:
-
De instelbare temperatuur ligt tussen 37 °C en
130 °C.
De volgende temperaturen kunnen in °C worden geko-
zen: 37, 45, 50, 55, 60, 65, 70, 75, 80, 85, 90,
95, 100, 105, 110, 115, 120, 125, 130.
-
De ingestelde temperatuur wordt in het midden van de
weergaveregelaar weergegeven.
-
De werkelijke temperatuur wordt onder in de weerga-
veregelaar getoond.
-
Voor het starten van het opwarmproces dient een snel-
heidsstand en een tijdinstelling worden gekozen.
-
Tijdens het opwarmen kan de weergave van de le-
vensmiddelentemperatuur sterk schommelen.
-
Tijdens het gebruik kan de temperatuur worden gewij-
zigd.
AANWIJZINGEN:
• Zodra u een temperatuur instelt, wordt de snelheid evt.
naar stand 3 teruggezet.
• Wanneer u direct na het koken (bijv. een soep) wilt pu-
reren, draait u eerst de temperatuur naar 0 en stelt u
dan de snelheid in.
11.7 Snelheid instellen
00:00
Met deze weergaveregelaar stelt u door draaien de snel-
heid in:
-
De snelheid kan worden ingesteld in 10 standen:
- Stand 1 - 4: voor roeropzetstuk 21;
- Stand 1 - 10: voor mesinzetstuk 19.
-
Voor de snelheid gelden 2 perioden:
- Stand 1 - 6: voor deze snelheden kan de tijd van
1 seconde tot 99 minuten worden gekozen.
- Stand 7 - 10: voor deze snelheden kan de tijd van
1 seconde tot 15 minuten worden gekozen.
0
0
°C
0
0
0
°C
0
LET OP:
Het roeropzetstuk 21 mag slechts met de snelheids-
standen 1 tot 4 worden gebruikt. Op het beeld-
scherm 8 verschijnt een overeenkomstige weergave.
Bij het mixen van vloeistoffen op stand 10 mag er
maximaal 2,5 liter in de mixkom 5 zitten, omdat er
anders vloeistof uit kan worden geslingerd (zie
"Stoomgaren" op pagina 28). Bij lagere snelheids-
standen dan 10 mag de mixkom 5 maximaal zijn ge-
vuld met 3 liter.
-
Voor meer aanwijzingen: zie "Een overzicht van de
functies" op pagina 13.
-
De ingestelde snelheidsstand wordt weergegeven op
het beeldscherm 8.
-
Tijdens het gebruik kan de snelheidsstand worden ge-
wijzigd.
-
In het programma Stoomgaren is het niet mogelijk om
de snelheid te kiezen.
-
Wanneer u tijdens het gebruik de snelheid naar 0 wij-
zigt, stopt het apparaat. Om verder te werken, kiest u
een snelheid en drukt u op de toets
-
Wanneer er een temperatuur werd gekozen, zijn al-
leen de snelheidsstanden 1 - 3 beschikbaar.
Softstart
Om te voorkomen dat bij een plotselinge versnelling vloei-
stof van warm, te garen levensmiddel uit de mixkom 5
wordt geslingerd of dat het apparaat gaat wiebelen, is er
een automatische softstart voor alle instellingen behalve
voor de Turbo-functie:
-
Softstart is actief bij temperaturen van levensmiddelen
vanaf 60 °C.
35.
21
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
