Onderhoud
Veiligheidsgordel controleren
– Trek de gordel (3) helemaal naar buiten en
controleer op slijtage.
De gordel mag niet rafelen en mag geen
scheuren of insnijdingen vertonen. De naden
mogen niet los zijn.
– Controleer of de gordel niet vuil is.
– Controleer of onderdelen versleten zijn of
beschadigd (inclusief de bevestigingspun-
ten).
– Controleer of de gordelsluiting (1) goed ver-
grendelt.
Als de tong (2) van de gordel in de sluiting is
gestoken, moet de gordel stevig vastzitten.
– De tong (2) van de gordel moet worden los-
gelaten wanneer op de rode knop (4) wordt
gedrukt.
– Test het automatische blokkeermechanis-
me ten minste éénmaal per jaar:
– Parkeer het gemotoriseerde transportwerk-
tuig op een vlakke ondergrond.
– Trek de gordel met een ruk uit.
Het automatische blokkeermechanisme moet
het afrollen van de gordel verhinderen.
– Kantel de stoel ten minste 30° (verwijder de
stoel indien nodig).
– Trek de gordel langzaam naar buiten.
Het automatische blokkeermechanisme moet
het afrollen van de gordel verhinderen.
Veiligheidsgordel reinigen
– Reinig de veiligheidsgordel indien nodig
maar gebruik geen chemische reinigings-
middelen (een borstel is voldoende).
Na een ongeval vervangen
De veiligheidsgordel moet na een ongeval al-
tijd worden vervangen.
2
4
51318011930 NL - 12/2021 - 03
Inzetbaarheid waarborgen
1
6
3
1
6327_342-009
7090_342-005
281