Advertenties
Bediening
De veiligheidsgordel moet voor elke rit worden
omgedaan. De gordelsluiting heeft een gordel-
schakelaar.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel tijdens het rijden niet
is omgedaan of is losgemaakt, gebeurt het
volgende:
De melding Veiligheidsgordel
●
vastmaken verschijnt op het display- en
bedieningspaneel.
De machine rijdt niet sneller dan 4 km/h of
●
remt af naar 4 km/h.
De hydraulische functies zijn geblokkeerd.
●
Optrekken
GEVAAR
Er bestaat levensgevaar wanneer men onder een
wegrollende of kantelende machine dreigt terecht
te komen!
– Sluit de deur van het bestuurderscompartiment of
de cabinedeur (variant) goed en open deze niet
tijdens het rijden.
– Ga op de bestuurdersstoel zitten.
– Doe de veiligheidsgordel om.
De stickers in de voetruimte voor remmen (A)
en rijden (B) markeren de posities van het
rempedaal (1) en rijpedaal (2).
– Volg de informatie op in het hoofdstuk "Vei-
ligheidsvoorschriften voor het rijden".
– Ga op de bestuurdersstoel zitten. Doe de
veiligheidsgordel om.
– Hef de vorken tot er voldoende bodemvrij-
heid is.
– Haal de machine van de parkeerrem.
– Kies de gewenste rijrichting.
A
1
51318011930 NL - 12/2021 - 03
STOP
5
Rijden
B
2
167
Advertenties
