Nordson Encore HD Gebruikershandleiding pagina 50
Besturingseenheid
Verberg thumbnails
Zie ook voor Encore HD:
- Gebruikershandleiding (108 pagina's) ,
- Handleiding (34 pagina's) ,
- Snelhandleiding (8 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
5‐6
Problemen en oplossingen
H27
Trigger On during Power Up
Fault (Trigger-aan storing tijdens
opstarten)
H28
EEPROM Data Version Changed
(Dataversie EEPROM gewijzigd)
H29
System Configuration Mismatch
(Fout in afstemming
systeemconfiguratie)
H30
Calibration Invalid (Kalibratie
ongeldig)
H31
Boost Valve Fault (Storing
boost-klep)
H32
Storing elektrodeluchtspoeling
H33
Fluidizing Air Valve Fault (Storing
fluïdisatieluchtklep)
H34
Purge Air Valve Fault (Storing
reinigingsluchtklep)
H35
Vibratory Motor Relay Fault
(Storing relais trildoosmotor)
Storing LIN BUS-communicatie
H36
(pistoolkabel)
H41
24V Fault (24V storing)
H42
Storing hoofdbesturingskaart
(Interface)
A Feedback Fault (Storing in
H43
A terugkoppeling)
Robot Heartbeat Missing
H44
(Robot-hartslag afwezig)
P/N 7192459‐04
Deze code wordt weergegeven wanneer het pistool AAN wordt
getriggerd terwijl het bedieningspaneel wordt ingeschakeld. Zet de
bediening uit, wacht enkele seconden, zet de bediening weer aan en
zorg daarbij dat het spuitpistool niet aan is getriggerd. Als de storing
terugkomt, controleer dan op een slechte triggerschakelaar.
De softwareversie is gewijzigd. Deze code verschijnt na een
software-update. Wis de storing. Deze hoort niet terug te komen.
Configuraties van besturing hoofdpistool en pomp passen niet bij
elkaar. De ene is venturi en de andere is HDLV/COD. Zie F18 in het
hoofdstuk Configuratie van besturing op pagina 4‐20 en bevestig de
instellingen.
Pompkalibratiewaarden voor A of C zijn buiten bereik. Raadpleeg de
handleiding voor de pompbesturingseenheid voor meer informatie.
Controleer J6 bedradingsschema pompprintplaat.
Controleer J4 bedradingsschema pompprintplaat.
Controleer J5 bedradingsschema pompprintplaat.
Controleer J10 bedradingsschema pompprintplaat.
Controleer J9 bedradingsschema pompprintplaat.
Voer de Geleidingstests voor pistoolkabel in de handleiding voor het
spuitpistool uit om de J3-verbinding te testen. Vervang de kabel als u
een onderbreking of kortsluiting vindt. Als de pistoolkabel in orde is,
vervangt u de displaymodule van het pistool.
Controleer de gelijkstroomvoeding in de pompbesturingseenheid. Als
de spanning lager is dan 22 VDC, vervangt u de voeding in de
pompbesturingseenheid. Schakel de pompbesturingseenheid in voor
deze test.
Wis de storing en controleer of kV is ingesteld op maximum 100 kV;
trigger vervolgens het pistool AAN. Als de code terugkomt, controleer
dan op een defecte pistoolvoeding of pistoolkabel. Als de kabel en de
pistoolvoeding in orde blijken, vervang dan de hoofdbesturingskaart.
Controleer of kV is ingesteld op maximum 100 kV, trigger het pistool
AAN en bekijk de weergave voor A. Als voor A nog steeds >75 A
wordt weergegeven, ook wanneer het pistool zich op meer dan
1 meter (ca. 3 ft) afstand van een geaard oppervlak bevindt,
controleert u de pistoolkabel of de hoogspanningsvoeding van het
pistool.
Als voor A 0 wordt weergegeven wanneer het pistool aan wordt
getriggerd op korte afstand van een werkstuk, controleert u de
pistoolkabel of de hoogspanningsvoeding van het pistool. Als het
pistool aan wordt getriggerd en kV is ingesteld op >0, moet voor A
altijd >0 worden weergegeven.
De systeembesturingseenheid is geconfigureerd voor Externe modus
en kan de Prodigy PLC Gateway-hartslag niet detecteren. Controleer
de CAN-kabel. Controleer of Gateway correct is geconfigureerd. Zie
de handleiding bij de Prodigy PLC Gateway.
Vervolg...
E 2015 Nordson Corporation
Advertenties
Inhoudsopgave
