4‐12
Gebruik
Instellingen voor poederflow
P/N 7192459‐04
Instellingen voor poederflow HD
OPMERKING: Besturingsmodi voor poederflow kunnen alleen worden
aangepast bij Venturi-systemen. Zie het hoofdstuk Instellingen voor
poederflow XT voor meer informatie.
De poederflow wordt bestuurd door een timingreeks, die is opgeslagen in
een opzoektabel in de software. De schakelsnelheid van de pomp,
gekoppeld aan de tijdsduur van de aanzuiging, regelt het aantal pulsen en de
grootte van elke puls van poeder. Iedere instelwaarde van 1 tot 100 heeft
een eigen recept voor de werking van de pomp. Wanneer u de instelwaarde
voor poederflow wijzigt, veranderen deze parameters ook en neemt daarmee
de poedermassaflow toe of af. In tegenstelling tot bij de venturi-technologie
wordt de poedermassaflow niet beïnvloed door de instelling van de
patroonlucht. De patroonlucht is van invloed op de afleversnelheid van het
poeder wanneer dit het pistool verlaat en op de verstuiving van de
poederwolk.
S
Uitgangssignaal poederflow 0 - 100 %
S
Patroonlucht van 0,20 - 4,00 cfm in stappen van 0,05
Instellen van instelwaarden voor poederflow
Instellen van patroonlucht of transportlucht:
1. Druk de knop in voor Transportlucht of voor Patroonlucht. De groene
LED op de geselecteerde knop gaat branden.
2. Draai aan de Draaiknop om de instelwaarden te verhogen of te
verlagen. De instelwaarde wordt automatisch opgeslagen als deze
binnen 3 seconden niet wijzigt of als er een knop wordt ingedrukt.
Weergave instelwaarden poederflow of patroonlucht:
S
Wanneer het pistool niet wordt getriggerd, worden de instelwaarden
weergegeven.
S
Bij triggeren van het spuitpistool worden de actuele flowwaarden
weergegeven.
R
Afbeelding 4‐10 Instelwaarden poederflow of patroonlucht
OPMERKING: Een toename van patroonlucht leidt niet tot een toename van
het uitgangssignaal voor poederflow.
Poederflowknop
Poederflowpictogram
Patroonluchtknop
Pictogram patroonlucht
E 2015 Nordson Corporation