H25
Flow Air Flow High Fault
(Hoog-storing
(XT)
transportluchtwaarde)
H26
Pattern Air Flow High Fault
(Hoog-storing
(HD)
patroonluchtwaarde)
H26
Atomizing Air Flow High Fault
(Hoog-storing
(XT)
verstuivingsluchtwaarde)
E 2015 Nordson Corporation
Ga naar de Klassieke Flow-modus. In deze modus kunt u de huidige
doorstroomhoeveelheden voor transportlucht en verstuivingslucht
bekijken en instellen voor een diagnose van het probleem.
Als het spuitpistool uit is getriggerd terwijl de helpcode verschijnt, haal
dan de luchtslang los van de betreffende luchtaansluiting en stop
deze af. Wis de helpcodes. Als de code niet opnieuw verschijnt, zit de
doseerklep vast in de open-stand. Zie het hoofdstuk Reparatie in de
handleiding voor de pompbesturingseenheid voor
reinigingsinstructies.
Als het spuitpistool aan is getriggerd terwijl de helpcode verschijnt,
haal dan de luchtslang los van de betreffende luchtaansluiting en stel
transportlucht in op nul. Wanneer er nog steeds lucht uit de
aansluiting stroomt, stop dan de aansluiting af en wis de helpcodes.
Als de code niet opnieuw verschijnt, zit de doseerklep vast in de
open-stand. Zie het hoofdstuk Reparatie in de handleiding voor de
pompbesturingseenheid voor reinigingsinstructies.
Als de helpcode wel opnieuw verschijnt en de bedieningsinterface
geeft aan dat er luchttransport is, controleer dan op luchtlekken
rondom de doseerkleppen of transducers op de iFlow-module.
Als de helpcode blijft bestaan, stel de module dan terug naar nul zoals
beschreven op pagina 5‐13.
Raadpleeg het hoofdstuk Reparatie in de Handleiding voor de
handbediende Encore XT-poederspuitsystemen voor procedures met
behulp van de iFlow-luchtcontroleset voor het controleren van de
werking van de doseerkleppen van de iFlow-module en de
uitgangswaarden van de precisiedrukregelaar.
Controleer of de luchttoevoerdruk lager is dan 110 psi (7,6 bar).
Controleer of de interne drukregelaar is ingesteld op 85 psi (5,7 bar) met
het pistool AAN getriggerd.
Controleer op vervuiling in de doseerklep.
Controleer op vervuiling met olie of water.
Trigger het spuitpistool UIT en zet de storing terug. Als de storing opnieuw
optreedt zonder dat het spuitpistool AAN is getriggerd, verwijdert u de
6 mm blauwe slangen en controleert u deze op luchtlekkages. Zorg
ervoor dat de systeembesturingseenheid UIT is getriggerd.
Controleer of er geen lucht uit de poort of de pompbesturingseenheid lekt.
Als er lucht lekt, verwijdert u de doseerklep en reinigt u deze. Als er geen
lucht lekt, plugt u de 6 mm patroonpoort dicht en voert u de Procedure
voor nulijking op pagina 5‐13 uit.
Voer de procedure Verificatie transportluchtflow voor HD op pagina 5‐13
uit.
Controleer op vervuiling met olie of water in de transducerfilters door de
printplaat van het verdeelblok te verwijderen. Vervang filters door
1604436.
Zie H25 (XT)
Problemen en oplossingen
P/N 7192459‐04
5‐5
Vervolg...