4
Een Beeldopname maken
In dit hoofdstuk worden de diverse taken beschreven die u moet uitvoeren om opnamen te
maken. Hiervoor kunt u conventionele films of digitale ontvangers gebruiken.
Indien nodig is het raadzaam om te beginnen met de procedure voor het opwarmen van de
röntgenbuis, bijvoorbeeld wanneer de CS 2100 lange tijd niet is gebruikt. Zie voor meer
informatie de Procedure voor het opwarmen van de buis.
Voorbereiden op het maken van opnamen
Volg onderstaande stappen ter voorbereiding op het maken van opnamen:
Zet het apparaat AAN.
1
Het groene lampje op de AAN/UIT-knop gaat branden.
Na het inschakelen van het apparaat wordt automatisch een zelftest uitgevoerd. Deze controleert
de weergave. Wanneer de test is voltooid, klinkt er een korte pieptoon. Als er een fout optreedt,
verschijnt er een foutmelding. Zie de sectie Problemen oplossen voor foutmeldingen.
Selecteer de belichtingsmodus (film of digitaal) door
2
houden totdat de juiste modus wordt weergegeven. Het lampje brandt als u een digitale sensor
gebruikt en is UIT als u film gebruikt.
OPMERKING
Afhankelijk van de lokale regelgeving, moet u deze functie mogelijk
uitschakelen. Zie de sectie Gebruikersmodus.
Draai met
3
Zie tabellen 3-1, 3-2, 3-3 en 3-4 voor meer informatie over belichtingstijden.
OPMERKING
- Belichtingstijd varieert van 0,05 tot 1,25 sec (belichtingsschakelaar uit): als u
een film of een fosforplaat gebruikt.
- Belichtingstijd varieert van 0,010 tot 0,063 sec (belichtingsschakelaar aan):
als u een digitale sensor gebruikt.
Het apparaat is nu klaar voor het maken van beeldopnamen.
BELANGRIJK
Degene die het apparaat bedient, dient de patiënt te vragen zich niet te
bewegen tijdens de gehele periode waarin de opnamen worden gemaakt.
om de belichtingstijd te selecteren:
minstens drie seconden ingedrukt te
CS 2100 Gebruikershandleiding (SM759_nl)_Ed04 21