3
Radiologieproces
Positionering
Positioneren van de patiënt
Voor het positioneren van de patiënt hebt u het volgende nodig:
•
Het patiëntzitje met het verticale sagittale vlak.
•
Het hoofd van de patiënt moet als volgt worden gepositioneerd:
•
Voor röntgenfotografie van de bovenkaak dient het Frankfurter vlak (het neus-oorvlak)
horizontaal te zijn.
•
Voor röntgenfotografie van de onderkaak dient het occlusale vlak horizontaal te zijn.
90°
De röntgengenerator in positie brengen
Met de scharnierarm kunt u de generator voor elk type belichting nauwkeurig in positie brengen.
Dankzij het straalbeperkende apparaat wordt een afstand van minstens 20 cm (8 inch) tussen
het brandpunt en de huid gehandhaafd, zodat u zowel de parallelle als de bissectricetechniek
kunt gebruiken.
Parallelle techniek
Met het positioneringshulpmiddel voor de parallelle techniek kunt u de röntgenstraal uitlijnen
met de beeldontvanger. Dankzij een geschikte collimator wordt de belichting van het
oppervlak beperkt, zodat de dosis verlaagd wordt.
CS 2100 Gebruikershandleiding (SM759_nl)_Ed04 13