Opmerking
• Als de applicatie wordt uitgesneden langs de
binnenkant van de snijlijn, wordt deze mogelijk niet
correct bevestigd aan de stof. Snijd de applicatie
dus zorgvuldig uit langs de snijlijn.
• Nadat u de applicatie hebt uitgesneden, verwijdert
u zorgvuldig de achtergebleven draad.
■ 2. De applicatiepositie naaien op de basisstof
a
Naai de applicatiepositie.
b
Verwijder het borduurraam van de borduureenheid.
Opmerking
• Verwijder de basisstof pas uit het borduurraam
nadat al het naaiwerk is voltooid.
■ 3. De applicatie bevestigen aan de basisstof
a
Breng enige textiellijm aan op de achterkant van de
applicatie en bevestig deze op de basisstof binnen de
omtrek van de positie die u hebt genaaid in stap
van "2. De applicatiepositie naaien op de basisstof".
Opmerking
• Als u de applicatie niet met textiellijm aan de
basisstof kunt bevestigen, naait u deze stevig op
zijn plek met rijgsteken.
• Als u dunne stof gebruikt voor de applicatie, is het
raadzaam deze te verstevigen en bevestigen met
een opstrijkplakvel. U kunt met een strijkbout de
applicatie bevestigen op de applicatielocatie.
1 Applicatiepositie
2 Basisstof
a
b
Nadat de applicatie is bevestigd, installeert u het
borduurraam op de machine.
Rijg de machine in met de borduurdraad, zet de
persvoethendel omlaag en druk op de "Start/Stop"-
toets om de applicatie te borduren.
Borduur de rest van het patroon.
c
Applicatie maken met een kaderpatroon
U kunt met kaderpatronen met dezelfde grootte en dezelfde
vorm een applicatie maken. Borduur één patroon met een
rechte steek en één patroon met een satijnsteek.
■ Methode 1
a
Kies een kaderpatroon met een rechte steek. Borduur
het patroon op de applicatiestof en knip daar precies
om heen.
b
Borduur hetzelfde patroon van stap
Breng een dun laagje textiellijm aan op de achterkant
van de applicatie die u hebt gemaakt in stap
Bevestig de applicatie op de vorm in de basisstof.
Borduren
4
a
op de basisstof.
a
.
93