Naaisteken
d
Zet de naald omlaag in de stof aan het begin van het
stiksel en begin met naaien.
Zet de naald omlaag in de rechterbovenhoek.
De stof wordt doorgevoerd naar de achterkant van de
machine, zoals gewoonlijk.
e
Nadat u tot aan de hoek hebt genaaid, stopt u de
machine en selecteert u steek
f
Begin met naaien.
De stof wordt naar rechts doorgevoerd.
g
Nadat u tot aan de hoek hebt genaaid, stopt u de
machine en selecteert u steek
h
Begin met naaien.
De stof wordt voorwaarts doorgevoerd.
i
Nadat u tot aan de hoek hebt genaaid, stopt u de
machine en selecteert u steek
j
Begin met naaien.
De stof wordt naar links doorgevoerd.
k
Nadat u tot aan de hoek hebt genaaid, stopt u de
machine en selecteert u steek
l
Naai 3-5 steken over de oorspronkelijke startsteken
heen en stop vervolgens.
Memo
• De doorvoerrichting van de stof hangt af van de
steek die u selecteert. Leid de stof tijdens het
naaien.
70
■ Werken met de tweelingnaald
.
a
b
.
c
.
d
opnieuw.
e
Met de tweelingnaald kunt u twee parallelle lijnen van
dezelfde steken naaien met twee verschillende draden.
Beide bovendraden moeten van dezelfde dikte en
kwaliteit zijn.
BELANGRIJK
• Gebruik uitsluitend de tweelingnaald
(2/11 naald) en gebruik nooit de naaldinrijger
in combinatie met de tweelingnaald. De naald
kan breken of de machine kan beschadigd
raken.
Tik op
en installeer de tweelingnaald.
• Meer bijzonderheden over het installeren van een
naald vindt u in "Naald wisselen" op pagina 29.
Leid de eerste bovendraad achter de draadgeleiders op
de naaldstang.
• Meer bijzonderheden vindt u in stap
"Bovendraad inrijgen" op pagina 25.
Rijg de eerste bovendraad handmatig door het oog van
de linkernaald.
Leid de draad van voren naar achteren door het oog van
de naald.
Plaats de horizontale klospen op de spoelwinderas.
Plaats de klospen zodanig dat deze loodrecht op de
spoelwinderas staat.
1
Draai de klospen naar links zodat hij horizontaal staat.
a
i
t/m
van
1 Spoelwinderas