h
Druk eenmaal op
(draadafkniptoets).
Zet de persvoet omhoog en verwijder de stof.
Opmerking
• Wanneer u de draad afknipt met de draadafsnijder
op de linkerkant van de machine of een schaar,
drukt u op
(naaldstandtoets) om de naald
omhoog te zetten. Vervolgens zet u de persvoet
omhoog en trekt u de stof weg voordat u de draden
afknipt.
Breng de knoopsgathendel omhoog in de
i
oorspronkelijke stand.
j
Steek een speld langs de binnenkant van één trenssteek
aan het eind van de knoopsgatsteken om te voorkomen
dat de steken worden geknipt.
1
Snijd met het tornmesje naar de speld toe en maak het
k
knoopsgat open.
1
Voor lingerieknoopsgaten maakt u met de gaatjesponser
een gat in het afgeronde einde van het knoopsgat en
snijdt u vervolgens het knoopsgat open met het
tornmesje.
• Wanneer u de gaatjesponser gebruikt, plaatst u dik
papier of een ander beschermvel onder de stof
voordat u het gat in de stof ponst.
VOORZICHTIG
• Houd uw handen niet in de snijrichting terwijl
u het knoopsgat met het tornmesje
openmaakt; anders zou u zich kunnen
verwonden als het tornmesje uitschiet.
1 Pen
1 Tornmesje
1 Gaatjesponser
1
■ Knoopsgaten maken in stretchstoffen
Gebruik een contourdraad wanneer u knoopsgaten maakt
in stretchstoffen.
Haak de contourdraad op het deel van knoopsgatvoet
a
"A" dat wordt getoond in de illustratie.
b
De draad past in de groeven. Knoop de draad
vervolgens losjes vast.
c
Bevestig knoopsgatvoet "A".
d
Selecteer een steek.
Nr.
4-05
Steek
• Voor meer informatie, zie "Stekentabel" op
pagina 45.
Pas de steekbreedte aan de dikte van de contourdraad
e
aan.
f
Breng de persvoethendel en de knoopsgathendel
omlaag en begin met naaien.
g
Wanneer u klaar bent met naaien, trekt u zachtjes aan
de contourdraad zodat deze niet loshangt.
h
Trek de contourdraad met een handnaainaald naar de
achterkant van de stof en knoop hem vast.
Naaisteken
4-06
57
3