2
Veiligheid
Dürr Dental heeft het apparaat zodanig ontwik-
keld en geconstrueerd dat gevaren bij gebruik
volgens de voorwaarden zoveel mogelijk uitge-
sloten zijn.
Toch kunnen de volgende restrisico's optreden:
– Lichamelijke letsels door verkeerd gebruik/
misbruik
– Lichamelijke letsels door mechanische inwer-
king
– Lichamelijke letsels door elektrische spanning
– Lichamelijke letsels door straling
– Lichamelijke letsels door brand
– Lichamelijke letsels door thermische inwerking
op de huid
– Lichamelijke letsels door gebrekkige hygiëne,
bijv. infectie
2.1
Algemene veiligheidsinstruc-
ties
Neem bij het gebruik van het apparaat de richt-
❯
lijnen, wetten, verordeningen en voorschriften
in acht, die op de plaats van gebruik gelden.
Controleer voor elk gebruik de werking en de
❯
toestand van het apparaat.
Apparaat niet modificeren of veranderen.
❯
Neem de montage- en gebruikshandleiding in
❯
acht.
De montage- en gebruikshandleiding te allen
❯
tijde beschikbaar houden voor de gebruiker in
de buurt van het apparaat.
2.2
Gekwalificeerd personeel
Bediening
Personen die het apparaat bedienen, moeten op
basis van hun opleiding en kennis een veilig en
correct gebruik van het apparaat waarborgen.
Iedere gebruiker moet worden geïnstrueerd en
❯
vertrouwd worden gemaakt met het gebruik
van het apparaat.
Montage en reparatie
Montage, nieuwe instellingen, modificaties, uit-
❯
breidingen en reparaties door Dürr Dental of
door een door Dürr Dental daartoe geautori-
seerde instantie laten uitvoeren.
2162100015L14
2209V003
2.3
Bescherming tegen elektri-
sche stroom
Het apparaat is bedoeld voor gebruik in een
basale elektromagnetische omgeving met aan-
sluiting op het openbare elektriciteitsnet conform
IEC 61326‑1 (EN 61326‑1).
Beschadigde leidingen en stekkers onmiddellijk
❯
vervangen.
2.4
FCC-aanwijzing
Dit apparaat is getest en voldoet aan de grens-
waarden voor een digitaal apparaat van klasse B
volgens deel 15 van de FCC-voorschriften. Deze
grenswaarden bieden een redelijke bescherming
tegen schadelijke interferenties in een wooncom-
plex. Dit apparaat genereert, maakt gebruik van
en kan hoogfrequente energie uitstralen. Als het
niet in overeenstemming met de instructies wordt
geïnstalleerd en gebruikt, kan het schadelijke
interferenties aan de radiocommunicatie veroor-
zaken. Er kan echter niet worden gegarandeerd
dat bij een bepaalde installatie geen interferenties
optreden. Het apparaat kan schadelijke interfe-
renties bij de ontvangst van radio of televisie ver-
oorzaken, dat kan worden vastgesteld door het
apparaat uit en in te schakelen. In dat geval advi-
seren wij dat de gebruiker de interferentie door
één of meerdere van de volgende maatregelen
probeert op te lossen:
Lijn de ontvangstantenne opnieuw uit of leg de
❯
antenne anders neer.
Vergroot de afstand tussen apparaat en ont-
❯
vanger.
Om te voldoen aan de FCC-vereisten betref-
❯
fende de inachtneming van de HF-expositie,
moet tussen de interne antenne van dit appa-
raat en alle personen een scheidingsafstand
van ten minste 20 cm worden aangehouden.
Sluit het apparaat in een contactdoos op een
❯
andere stroomkring aan dan op de stroomkring
waarop de ontvanger is aangesloten.
Neem contact op met de dealer of met een
❯
ervaren radio-/televisietechnicus.
Belangrijke informatie
NL
|
3