KENMERKEN EN BEDIENINGSORGANEN
Handbediend opklapsysteem
Modellen zonder trimbekrachtiging zijn met een opklaphulpsysteem uitgerust waarmee de bestuurder de
buitenboordmotor gemakkelijk kan opklappen en in elke stand van volledig omlaag tot volledig omhoog kan
vergrendelen.
Het opklapsysteem kan worden bijgesteld wanneer de buitenboordmotor in neutraal stationair draait of wanneer
de motor uitgeschakeld is.
Vóór gebruik moet de buitenboordmotor in de opgeklapte stand worden vergrendeld. Als de buitenboordmotor
niet in de opgeklapte stand wordt vergrendeld, kan hij tijdens decelereren of achteruit varen uit het water
omhoog komen, wat verlies van de macht over het stuur tot gevolg kan hebben. Verlies van de macht over
het stuur kan ernstig of dodelijk letsel of materiële schade tot gevolg hebben.
Vóór het varen moet de buitenboordmotor in de opgeklapte stand worden vergrendeld door de
opklapvergendelhendel in de stand lock/run (vergrendelen/lopen) te zetten.
OPKLAPPROCEDURE
Breng de opklapvergrendelhendel naar de stand tilt (opklappen). Klap de buitenboordmotor naar de gewenste
stand op en vergrendel hem door de opklapvergrendelhendel in de stand lock/run (vergrendelen/lopen) te zetten.
a -
opklapstand
BEDRIJFSHOEK VAN DE BUITENBOORDMOTOR INSTELLEN
De verticale bedrijfshoek van de buitenboordmotor wordt afgesteld door de stand van de opklap‑pen in de
aanwezige afstelgaten te veranderen. Door de juiste afstelling loopt de boot stabiel, bereikt de boot optimale
prestaties en stabiliteit en verloopt het sturen zo soepel mogelijk.
De opklap‑pen moet zodanig worden afgesteld dat de buitenboordmotor zo geplaatst is dat hij haaks op het
water loopt wanneer de boot met volle snelheid vaart. Hierdoor kan de boot parallel aan het water varen.
Plaats passagiers en lading zodanig in de boot dat het gewicht gelijk is verdeeld.
WAARSCHUWING
!
a
29
b
ob00333
b -
stasd "lock/run" (vergrendelen/lopen)
ob01440