Voorbeelden voor installatie van besturingskabels
Dit hoofdstuk toont voorbeelden voor het leggen van de besturingskabels in de frames R4 en R6...R9. De frames R1...R3 en
R5 zijn vergelijkbaar met frame R4.
R4
Geïntegreerde veldbusaansluiting
U kunt de omvormer aansluiten op een seriële communicatie link via een veldbusadaptermodule of de geïntegreerde
veldbusinterface. De geïntegreerde veldbusinterface ondersteunt Modbus RTU-.
Om de Modbus RTU-communicatie met de geïntegreerde veldbus te configureren:
1.
Sluit de veldbuskabel aan en de vereiste I/O-signalen. Gebruik Belden 9842 of gelijkwaardig. Belden 9842 is een dubbel
getwiste, afgeschermde kabel met een golfimpedantie van 120 Ohm.
2.
Als het omvormer aan het einde van de veldbus is, zet dan de afsluitschakelaar op AAN.
3.
Zet de omvormer aan en stel de vereiste parameters in. Raadpleeg Veldbuscommunicatie.
Hieronder wordt een aansluitvoorbeeld getoond.
4)
G
R
-
+
1)
Afsluiting AAN
Automatise-
ringscontroller
1) De apparaten aan de uiteinden van de veldbus moeten afsluiting aan hebben. Alle andere apparaten moeten de afsluiter
uit hebben staan.
2) Eén apparaat moet de bias aan hebben. Het verdient aanbeveling dat dit apparaat zich aan het einde van de veldbus
bevindt.
3) Bevestig de kabelafschermingen aan elke omvormer, maar sluit ze niet aan op de omvormer. Sluit de afschermingen
alleen aan op de aardklem in de automatiseringscontroller.
4) Verbind de signaalmassa (DGND) met de signaalaarde-referentieklem van de automatiseringscontroller. Als de
automatiseringscontroller geen signaalaarde-referentieklem heeft, de signaalaarde via een weerstand van 100 ohm op de
kabelafschermingen aansluiten, bij voorkeur in de buurt van de automatiseringscontroller.
3)
ON
ON
1
1
Afsluiting en bias UIT
Omvormer
R6...R9
ON
ON
1
1
Afsluiting en bias UIT
Omvormer
ON
ON
1
1
1) 2)
Afsluiting en bias AAN
Omvormer
10