7.8 Datacommunicatie
De CU 352 is uitgerust met hardware die communicatie met
externe modules zoals een computer toelaat, via een externe
GENIbus of ethernetverbinding.
Gateway
van derde
partij
Afb. 124 Datacommunicatie via externe GENIbus- en ethernetverbinding
7.8.1 Ethernet
Ethernet is de meest gebruikte standaard voor lokale netwerken
(LAN). De standaardisering van deze technologie heeft één van
de eenvoudigste en goedkoopste manieren gecreëerd om com-
municatie tussen elektrische units tot stand te brengen, bijvoor-
beeld tussen computers of tussen computers en besturingskas-
ten.
De webserver van de CU 352 maakt het mogelijk om een compu-
ter te verbinden met de CU 352 via een ethernetverbinding. De
gebruikersinterface kan van de CU 352 naar een computer wor-
den geëxporteerd, zodat de CU 352 en daardoor het systeem
extern kan worden bewaakt en geregeld.
We raden aan de verbinding met de CU 352 te bevei-
ligen in overleg met de systeembeheerder conform
uw veiligheidsvereisten.
Om de webserver te gebruiken, moet u het IP-adres van de CU
352 kennen. Alle netwerkunits moeten een uniek IP-adres heb-
ben om met elkaar te kunnen communiceren. Het IP-adres van
de CU 352 af fabriek is 192.168.0.102.
Naast de fabrieksinstelling van het IP-adres is het mogelijk om
een dynamische toewijzing van het IP-adres te gebruiken. Dit is
mogelijk door een DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
in de CU 352 of via de webserver te activeren. Zie het voorbeeld
in afb. 125.
Afb. 125 Voorbeeld van ethernet-instelling
Grundfos CIU
communicatie-
interface
Externe GENIbus
verbinding
Internet
Intranet
Externe GENIbus
module (optie)
Ethernetverbinding
Dynamische toewijzing van een IP-adres voor de CU 352 kan
enkel via een DHCP-server in het netwerk. De DHCP-server wijst
een aantal IP-adressen toe aan de elektrische modules en verze-
kert dat twee modules niet hetzelfde IP adres toegewezen krij-
gen.
Er wordt gebruikgemaakt van een standaard internetbrowser voor
het tot stand brengen van de verbinding tussen de webserver en
de CU 352.
Als u het standaard ingestelde IP-adres wenst te gebruiken, is het
niet nodig aanpassingen aan te brengen in het display. Open de
internetbrowser en voer het IP-adres van de CU 352 in.
Als u dynamische toewijzing wilt gebruiken, moet u de functie
inschakelen door "Gebruik DHCP" te selecteren en op [OK] te
klikken. Een vinkje geeft aan dat de functie is ingeschakeld.
Open de internetbrowser en voer de hostnaam van de CU 352 in,
in plaats van het IP-adres. De internetbrowser zal nu verbinding
proberen te maken met de CU 352. De hostnaam kan worden
afgelezen in het display, maar kan alleen worden gewijzigd met
behulp van een GSC-bestand (configuratiebestand) of via een
webserver. Zie paragraaf
Wijziging van de netwerkinstelling
pagina 64.
Om DHCP te gebruiken is een hostnaam vereist.
op
63