7.5 Bedrijf (2)
In dit menu kunt u de belangrijkste parameters instellen, zoals
setpoint, bedrijfsmodus, regelmodus en regeling voor afzonder-
lijke pompen.
7.5.1 Bedrijf (2)
A
C
Afb. 17
Bedrijf
Beschrijving
De kolom toont het instelbereik. Bij een gesloten regelkring komt
dit overeen met het bereik van de primaire sensor, hier 0-16 bar.
Bij een open regelkring is het instelbereik 0-100 %.
Aan de linkerzijde van de kolom wordt het geselecteerde setpoint
1 (A) getoond, d.w.z de waarde ingesteld in het display. Aan de
rechterzijde van de kolom wordt het actuele setpoint (B) getoond,
d.w.z het setpoint dat fungeert als referentie voor de PI-regelaar.
Als er geen vorm van externe setpoint-beïnvloeding is geselec-
teerd, zullen de twee waarden identiek zijn. De meetwaarde
(persdruk) wordt getoond als het grijze gedeelte van de kolom
(C). Zie paragrafen
7.7.5 Externe setpoint-beïnvloeding (4.1.3)
en
7.7.6 Instelling van beïnvloedingsfunctie
Onder het display is een menuregel voor het instellen van set-
point 1 en de keuze van de bedrijfsmodus, inclusief de bedrijfs-
modi "Normaal" en "Stop". U kunt verdere instellingen selecteren:
"Systeem bedrijfsmodus", "Regelmodus", "Alternatieve setpoints"
en "Individuele pompregeling".
Instelbereik
Setpoint:
Gesloten regelkring: Meetbereik van de primaire sensor
Open regelkring:
0-100 %
Instelling via bedieningspaneel
Setpoint
•
Bedrijf > Stel setpoint 1 in, open kring / Stel setpoint 1 in,
gesl.kring.
Stel de waarde in.
Bedrijfsmodus
•
Bedrijf
Selecteer: Normaal of Stop.
Verdere instellingen
•
Bedrijf > Verdere instellingen.
Selecteer één van de onderstaande instellingen:
•
Systeem bedrijfsmodus
(zie paragraaf
7.5.2 Systeem bedrijfsmodus
•
Regelmodus
(zie paragraaf
7.5.3 Regelmodus
•
Alternatieve setpoints
(zie paragraaf
7.5.4 Alternatieve setpoints
•
Individuele pompregeling
(zie paragraaf
7.5.6 Pomp 1-6 (2.1.4.1 -
B
(4.1.3.2).
(2.1.1)).
(2.1.2)).
(2.1.3)).
2.1.4.6)).
Fabrieksinstelling
Het setpoint is een waarde die geschikt is voor het systeem in
kwestie. De fabrieksinstelling is mogelijk gewijzigd in het opstart-
menu.
7.5.2 Systeem bedrijfsmodus (2.1.1)
Afb. 18
Systeem bedrijfsmodus
Beschrijving
Het systeem kan op zes verschillende bedrijfsmodi worden inge-
steld. "Normaal" is de gebruikelijke instelling. Zie paragraaf
7.4.3 Bedrijfsmodus
(1.2.1).
U kunt de capaciteit van deze bedrijfsmodi instellen in dit menu:
•
Min.
•
Max.
•
Gebr. instel.
•
Nood.
Instelbereik
•
Normaal
•
Max.
•
Min.
•
Gebr. instel.
•
Stop
•
Nood.
Instelling via bedieningspaneel
•
Bedrijf > Verdere instellingen > Systeem bedrijfsmodus >
Bedrijfsmodus.
Selecteer de gewenste regel onderaan in het display om de capa-
citeit in te stellen voor "Max.", "Min.", "Gebr. instel." en "Nood".
Zie paragrafen
7.7.37 Min., max. en door gebr. ingesteld bedrijf
en
(4.3.14)
7.7.26 Noodbedrijf
Fabrieksinstelling
Normaal.
(4.3.5).
17