7.7.48 Bewakingsfuncties (4.4)
Afb. 98
Bewakingsfuncties
Beschrijving
Het systeem heeft een aantal functies die de werking van het
systeem voortdurend bewaken.
Het hoofddoel van de bewakingsfuncties is om te zorgen dat sto-
ringen de pompen of het systeem niet beschadigen.
Instelbereik
•
Droogloopbeveiliging (4.4.1)
•
Min. druk (4.4.2)
•
Max. druk (4.4.3)
•
Externe storing (4.4.4)
•
Limiet 1 overschreden (4.4.5 - 4.4.6)
•
Pompen buiten werkgebied (4.4.7)
•
Drukvermindering (4.4.8)
•
Log-waarden (4.4.9)
•
Storing, primaire sensor
(4.4.10).
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Bewakingsfuncties.
52
7.7.49 Droogloopbeveiliging (4.4.1)
Afb. 99
Droogloopbeveiliging
Beschrijving
Droogloopbeveiliging is één van de belangrijkste bewakingsfunc-
ties, aangezien de lagers en asafdichtingen beschadigd kunnen
worden wanneer de pompen droog lopen. Daarom adviseren wij
altijd droogloopbeveiliging te gebruiken.
De functie is gebaseerd op bewaking van de voordruk of het
niveau in een eventueel aanwezig vat of put aan de zuigzijde.
Niveauschakelaars, drukschakelaars of analoge sensoren die
laagwater bij een ingesteld niveau signaleren, kunnen worden
gebruikt.
Er zijn drie verschillende methoden voor het detecteren van laag-
water:
•
Drukschakelaar op de zuighoofdleiding of vlotterschakelaar/
elektroderelais in het toevoervat. Zie paragraaf
niveauschakelaar
(4.4.1.1).
•
Meting van de voordruk in het spruitstuk aan de zuigzijde door
een analoge druksensor. Zie paragraaf
druk
(4.4.1.2).
•
Meting van het niveau in de toevoertank door een analoge
niveausensor. Zie paragraaf
(4.4.1.3).
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Bewakingsfuncties > Droogloopbeveiliging >
Selecteer methode.
7.7.50 Druk/
7.7.51 Meting, voor-
7.7.52 Meting, vatniveau