7.7.68 GENIbus-nummer (4.5.6)
Afb. 120 GENIbus-nummer
Beschrijving
De CU 352 kan met externe apparaten communiceren via een
RS-485 interface (optie). Voor nadere informatie, zie afb.
paragraaf
7. Klik op [Toepassen].
De communicatie geschiedt volgens het Grundfos busprotocol,
GENIbus, en biedt de mogelijkheid tot aansluiting op een gebou-
wenbeheersysteem of een ander soort extern besturingsysteem.
Bedrijfsparameters, zoals setpoint en bedrijfsmodus, kunnen via
het bussignaal worden ingesteld. Bovendien kan de status van
belangrijke parameters, zoals actuele waarde en ingangsvermo-
gen, en storingsmeldingen worden afgelezen van de CU 352.
Neem contact op met Grundfos voor meer informatie.
Instelbereik
Het nummer kan tussen 1 en 64 ingesteld worden.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen > Functies, CU 352 > GENIbus-nummer.
Fabrieksinstelling
Er is geen nummer ingesteld.
7.7.69 Software status (4.5.9)
Afb. 121 Software status
Beschrijving
Dit display toont de status van de software die is geïnstalleerd in
de CU 352. Bovendien worden de versiecode en de productnum-
mers getoond van de configuratiebestanden (GSC) die in de unit
zijn ingelezen. U kunt ook een upgrade van de softwareversie uit-
voeren. Neem contact op met Grundfos voor meer informatie.
62
7.7.70 Menu voor statusweergave (4,6)
Afb. 122 Menu voor statusweergave
Beschrijving
In het hoofdstatusmenu kunnen maximaal drie statuswaarden
124
en
worden weergegeven.
In dit menu kunt u elke statuswaarde definiëren die moet worden
weergegeven en een korte naam voor de waarde definiëren.
PV
= Proceswaarde
SP
= Setpoint
Q
= Debiet
Instelbereik
Naam van elke displaywaarde.
Functietype voor Weergave 1-3.
Afb. 123 Menu voor statusweergave (4.6.1)
Instelling op bedieningspaneel
•
Instellingen > Menu voor statusweergave
1. Selecteer display 1, 2 of 3, druk op [OK].
2. Definieer een naam voor display.
3. Selecteer de waarde voor display 1, 2 of 3.
Fabrieksinstellingen
Display 1: PV, Primaire sensor
Display 2: SP, Actueel setpoint