Pi-Regelaar (4.1.1) - Grundfos Control MPC Series Installatie- En Bedieningsinstructies
Verberg thumbnails
Zie ook voor Control MPC Series:
- Installatie- en bedieningsinstructies (68 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
7.7.2 PI-regelaar (4.1.1)
Afb. 37
PI-regelaar
Beschrijving
Het systeem bevat een standaard PI-regelaar die zorgt dat de
druk stabiel is en overeenkomt met het setpoint.
U kunjt de PI-regelaar aanpassen als een snellere of tragere
reactie op wijzigingen in verbruik gewenst is.
U kunt een snellere reactie verkrijgen door Kp te verhogen en Ti
te verminderen.
U kunt een tragere reactie verkrijgen door Kp te verminderen en
Ti te verhogen.
Instelbereik
•
"Versterkingsfactor Kp": -30 t/m 30.
Opmerking: Voor inverse regeling stelt u Kp in op een nega-
tieve waarde.
•
"Integratie tijd Ti": 0,1 tot 3600 seconden.
Instelling via bedieningspaneel
•
Instellingen
•
Primaire regelaar
•
PI-regelaar.
1. Stel "Versterkingsfactor Kp" en "Integratie tijd Ti" in.
Opmerking: Het is doorgaans niet nodig om Kp aan te pas-
sen.
Fabrieksinstelling
Het instellen van Kp en Ti is afhankelijk van het systeem en de
toepassing.
Instellingen van de PI-regelaar voor drukverhoging.
Als in de opstart-wizard de toepassing is ingesteld op drukverho-
ging, worden de volgende waarden van Kp en Ti automatisch
ingesteld:
•
Kp: 0,5
•
Ti: 1 seconde.
26
Instellingen van de PI-regelaar voor verwarming en koeling
Als in de opstart-wizard een andere toepassing is ingesteld dan
drukverhoging, dan worden de waarden van Kp en Ti automatisch
ingesteld volgens de onderstaande tabel. Aangezien het systeem
de leidinglengte niet kent, worden de standaard parameters vol-
gens de tabel ingesteld op basis van een leidinglengte (L1 of L2)
van 5 meter.
Verwar-
Systeem/toepassing
mingssy-
steem
L [m]
1
Q
0,5
t
L [m]
L [m]
0,5
L [m]
t
1)
Verwarmingssystemen zijn systemen waarbij een toename in
pompcapaciteit een stijging in temperatuur bij de sensor tot
gevolg heeft.
2)
Koelsystemen zijn systemen waarbij een toename in pompca-
paciteit een daling in temperatuur bij de sensor tot gevolg
heeft.
L1: Afstand [m] tussen pomp en sensor.
L2: Afstand [m] tussen warmtewisselaar en sensor.
∆P: Meting van het drukverschil.
Q:
Meting van debiet.
t:
Meting van temperatuur.
∆t: Meting van temperatuurverschil.
Kp
Ti
Koelsy-
[seconden]
2)
steem
1)
0,5
1
L1 < 5 m: 1
0,5
L1 > 5 m: 3
L1 > 10 m: 5
0,5
1
-0,5
10 + 5L2
0,5
10 + 5L2
-0,5
30 + 5L2
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
