2.3 Elektrische installatie
De elektrische installatie dient door een erkend
installateur te worden uitgevoerd in overeenstem-
ming met de lokale regelgeving en het bijbehorende
bedradingsschema.
•
De elektrische installatie van het systeem moet overeenkomen
met beschermingsklasse IP54.
•
Zorg dat het systeem geschikt is voor de te gebruiken voe-
dingsspanning.
•
Zorg er voor dat de doorsnede van de bekabeling overeen-
komt met de specificaties van het bedradingsschema.
3. Het product in bedrijf nemen
Nadat u de mechanische en elektrische installatie beschreven in
paragrafen
2.2 Mechanische installatie
heeft uitgevoerd, gaat u als volgt te werk:
latie
1. Schakel de elektriciteitstoevoer in.
2. Wacht tot het eerste display verschijnt.
3. De eerste keer dat de CU 352 wordt ingeschakeld, leidt een
opstartwizard de gebruiker door de basisinstellingen.
4. Volg de instructies in elk display.
5. Als de wizard gereed is, controleer dan dat alle pompen zijn
ingesteld op "Auto" in het menu "Status".
6. Ga naar het menu "Bedrijf".
7. Selecteer de bedrijfsmodus "Normaal" en druk op [OK].
8. Het systeem is nu gereed voor gebruik.
Grundfos kan hydraulische gegevens aanleveren
voor CR, CRI, CRN, CRE, CRIE en CRNE pompen in
GSC-bestanden die direct naar de CU 352 kunnen
worden gedownload. Elektrische gegevens moeten
handmatig worden ingevoerd. Alle andere pompty-
pen vereisen handmatige invoer van zowel de
hydraulische als de elektrische pompgegevens. Zie
paragraaf
7.7.41 Pompcurvegegevens
4. Productintroductie
Afb. 1 Control MPC
en
2.3 Elektrische instal-
(4.3.19).
4.1 Productbeschrijving
De Grundfos Control MPC wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het
regelen en bewaken van boostersystemen en circulatiesystemen.
De Control MPC bestaat uit een besturingskast met een inge-
bouwde regelaar, de CU 352.
De besturingskast bevat alle noodzakelijke componenten zoals
een hoofdschakelaar, contactors, IO-modules en kabels.
Bij systemen met externe frequentie-omvormers kunnen deze in
de besturingskast worden geïnstalleerd.
De besturingskast is geschikt voor bevestiging aan de muur of op
de grond.
4.2 Toepassingen
De Control MPC wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het regelen en
bewaken van pompen voor de volgende toepassingen:
•
boostersystemen
•
circulatiesystemen voor verwarming, koeling en airconditio-
ning.
4.2.1 Pompen
De Control MPC is ontworpen voor systemen met de volgende
pompen:
•
CR(E), CRI(E), CRN(E), CRIE
•
NB(E), NBG(E)
•
NK(E), NKG(E)
•
TP
•
TPE 3
•
TPE Serie 1000
•
TPE Serie 2000
•
HS
•
SP
•
MAGNA, UPE Serie 2000.
De hoofdpompen van het systeem moeten van het-
zelfde type zijn en dezelfde capaciteit hebben.
4.2.2 Besturingsuitvoering
De Control MPC is onderverdeeld in vijf groepen op basis van
besturingsuitvoering:
Besturings-
Beschrijving
uitvoering
Twee tot zes pompen met geïntegreerde frequen-
-E
tie-omvormer (0,37 - 22 kW).
Twee tot zes pompen aangesloten op een
-EC
Grundfos CUE frequentie-omvormer - één per
pomp.
Twee tot zes MAGNA, UPE, TPE 3 of TPE serie
Serie 2000
2000 pompen
Twee tot zes pompen aangesloten op een
Grundfos CUE frequentie-omvormer. Het
-F
toerentalgeregelde bedrijf wisselt tussen de
pompen.
-S
Twee tot zes pompen op netvoeding
Zie ook paragraaf
5. Overzicht van
De Control MPC bevat software voor drukverhoging, verwarming
en koeling.
besturingsuitvoeringen.
3