Conform EN 12056-4 moeten opvoerinstallaties in
eengezinswoningen eenmaal per jaar worden gecon-
troleerd. Tijdens de controle moet lokale regelgeving
nageleefd worden.
De periodieke controle van de opvoerinstallatie moet
uitgevoerd worden door geautoriseerd personeel en
moet elektrisch en mechanisch onderhoud bevatten.
Controleer de volgende punten:
•
Pers- en instroomaansluitingen
Controleer dat alle aansluitingen naar de opvoer-
installatie vast zitten en niet lekken. Zorg ervoor
dat er geen gewicht van de instroom-, pers- en
ontluchtingsleidingen op de tank rust. Lange lei-
dingen, kleppen etc. moeten ondersteund wor-
den.
•
Elektriciteitsverbruik
Zie typeplaatje.
•
Kabeldoorvoer
Zorg ervoor dat de kabeldoorvoer waterdicht is
en dat er geen knikken of beknellingen in de
kabels zitten.
•
Pomponderdelen
Controleer dat de ontluchtingsopening van het
pomphuis vrij is door de pomp van de steunflens
te demonteren.
Maak de steunflens niet los. Deze is
waterdicht vastgeschroefd aan de opvang-
N.B.
tank. Maak in plaats daarvan de vier RVS
klemmen los.
We adviseren om de O-ringafdichting tussen
pomp en steunflens te vervangen.
Doe een testrun met schoon water. Neem contact
op met Grundfos in geval van lawaai, trillingen of
abnormale werking.
•
Asafdichting
Controleer de asafdichting, O-ring en olie. De
oliekamer bevat 60 ml niet-giftige olie. Gebruikte
olie dient in overeenstemming met de lokale
voorschriften te worden afgevoerd. Dit dient door
de fabrikant of een erkend servicebedrijf gedaan
te worden. Zie service-instructies.
Reinigen van de terugslagklep (indien nodig)
Ga als volgt te werk:
1. Sluit de afsluitkleppen in de persleiding en in de
instroomleiding (indien aangebracht) of laat de
persleiding leeglopen door de aftapschroef aan
de zijde van de terugslagklep vast te draaien. Zie
paragraaf
5.1.3
Terugslagklep.
2. Reinig de terugslagklep via het inspectiedeksel.
Vervang de afdichting van het inspectiedeksel bij
het terugplaatsen van de terugslagklep.
9.1 Elektrisch onderhoud
•
Controleer de afdichtingen aan de voorzijde van
de kast van de LC 220 en van de kabeldoorvoe-
ren.
•
Controleer de kabelaansluitingen.
•
Controleer de functies van de regelaar.
•
Controleer en reinig de drukleiding.
Zie paragraaf
9.2 Reinigen van de
28
•
Als de LC 220 is geïnstalleerd in een vochtige
omgeving in een kelder, dan is het raadzaam om
de klemmen op de printplaat te controleren op de
aanwezigheid van corrosie. In veel installaties
zullen de contacten verscheidene jaren functio-
neren zonder dat inspecties nodig zijn.
•
Vervang de 9 V batterij, indien geplaatst, tijdens
de jaarlijkse service.
N.B.
niveausensor.
De bovenstaande lijst is niet volledig. Het
is mogelijk dat de LC 220 geplaatst wordt
in een omgeving die grondig en veelvuldig
onderhoud vereist.