Geen fouttolerantie (RAID 0)
RAID 0 biedt geen fouttolerantie. Op dit RAID-niveau worden de gegevens
over alle schijfeenheden van de array verdeeld maar is er geen methode om
redundante gegevens te maken. Als u deze RAID-optie heeft gekozen voor
een logische schijfeenheid en een van de fysieke schijfeenheden defect raakt,
verliest u gegevens op de desbetreffende logische schijfeenheid.
Aangezien op de logische schijfeenheden geen capaciteit wordt gebruikt voor
redundante gegevens, heeft u met RAID 0 de grootste verwerkingssnelheid en
capaciteit. Om deze reden zou u RAID 0 kunnen toewijzen aan schijfeenheden
waarvoor grote capaciteit en hoge snelheden nodig zijn, maar die geen kritieke
gegevens bevatten.
Houd rekening met het volgende voordat u RAID 0 selecteert:
I
Als er een schijffout optreedt, vindt er gegevensverlies plaats voor alle
logische schijfeenheden met RAID 0.
I
U kunt geen online reserveschijf toewijzen aan een array met een
logische schijfeenheid met RAID 0.
Online reserveschijf
Bij de configuratie kunt u eventueel een online reserveschijf toewijzen om de
fouttolerantie van het systeem verder te vergroten. Een online reserveschijf
(hot-spare) is een schijfeenheid die de controller gebruikt als er een schijffout
plaatsvindt. In geval van een schijffout worden de gegevens op de defecte
schijfeenheid door de controller opnieuw opgebouwd op de online
reserveschijf. Verder stuurt de controller gegevens die normaal zouden
worden opgeslagen op de defecte schijfeenheid, rechtstreeks naar de online
reserveschijf.
De online reserveschijf verbetert de algehele fouttolerantie van het systeem
doordat een defecte schijfeenheid automatisch wordt vervangen en de
volledige RAID-fouttolerantiebeveiliging van het systeem snel wordt hersteld.
Gedurende de tijd dat het systeem bezig is met het tussentijds herstel, is het
wel kwetsbaar voor andere schijffouten.
U moet voor een online reserveschijf ten minste één fysieke schijfeenheid
hebben die is geïnstalleerd maar niet toegewezen, en het systeem moet een
fouttolerantiemethode gebruiken (RAID 1 of hoger).
Drivearrays D-9