3-2 Compaq RAID LC2 Controller - Gebruikershandleiding
Schijven en arrays verplaatsen
Als u wilt weten hoeveel schijven door de server worden ondersteund,
raadpleegt u de gebruikershandleiding die bij de server is geleverd.
Serverspecificaties kunt u ook vinden op
VOORZICHTIG: Maak een backup van alle gegevens voordat u schijfeenheden
verplaatst of configuraties wijzigt. Als u dit niet doet, kunt u gegevens
kwijtraken.
Schijfeenheden kunnen naar andere ID-posities op dezelfde arraycontroller
worden verplaatst. Zorg dat aan de volgende voorwaarden is voldaan voordat u
een schijfeenheid verplaatst:
I
De voeding van het systeem is uitgeschakeld (inclusief alle
systeemonderdelen).
I
Na de verplaatsing zijn er niet meer dan 15 fysieke schijfeenheden
per kanaal en/of 32 logische schijfeenheden (volumes) op één controller
aangesloten.
I
Er zijn geen defecte schijfeenheden aangetroffen. Gebruik de
oorspronkelijke configuratie van de array, zonder actieve
reserveschijven.
I
De laatste versie van de controllerfirmware wordt gebruikt
(aanbevolen).
Wanneer aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan, verplaatst u de
schijfeenheden als volgt:
1. Schakel het systeem uit.
2. Verplaats de schijfeenheden.
3. Schakel het systeem in. De zelftestmelding 1724 hoort te verschijnen
om aan te geven dat de positie van de schijfeenheden is gewijzigd en dat
de configuratie is bijgewerkt. Als de zelftestmelding 1785 verschijnt,
schakelt u het systeem onmiddellijk uit om gegevensverlies te
voorkomen, en plaatst u de schijfeenheden weer in de oorspronkelijke
schijfpositie.
4. Voer ORCA uit om de nieuwe schijfconfiguratie te bekijken (optioneel).
.
www.compaq.com