Inhoudsopgave
Advertenties
Distributed Data Guarding (RAID 5)
Bij Distributed Data Guarding, ook wel RAID 5 genoemd, worden pariteits-
gegevens opgeslagen op alle schijfeenheden in de array. Als een schijfeenheid
defect raakt, gebruikt de controller de pariteitsgegevens en de gegevens op de
overige schijfeenheden om de gegevens van de defecte schijfeenheid opnieuw
op te bouwen. Op deze manier kan het systeem met iets verminderde prestaties
in bedrijf blijven totdat u de defecte schijf vervangt.
Voor Distributed Data Guarding heeft u een array met minimaal 3 fysieke
schijfeenheden en maximaal 60 schijfeenheden nodig. In een array met 3
fysieke schijfeenheden gebruikt Distributed Data Guarding daarom maar 33
procent van de totale opslagcapaciteit van de logische schijfeenheden voor
fouttolerantie, terwijl een configuratie met 14 schijfeenheden slechts 7 procent
gebruikt.
OPMERKING: Afhankelijk van de betrouwbaarheid van een bepaalde generatie van vaste
schijven, is de waarschijnlijkheid van een schijffout in een array recht evenredig met het
aantal schijfeenheden in een array. U wordt aangeraden maximaal 14 schijfeenheden per
array te gebruiken.
GEGEVENS
GEGEVENS
P
P
DAZ-10-4.EPS
Afbeelding D-5. Bij Distributed Data Guarding worden de redundante
gegevens [P] over alle fysieke schijfeenheden verdeeld
GEGEVENS
P
P
P
P
Drivearrays D-7
GEGEVENS
P
P
P
P = Pariteit
Advertenties
Inhoudsopgave
