Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Compaq RAID LC2 Gebruikershandleiding pagina 108

Inhoudsopgave

Advertenties

F-6 Compaq RAID LC2 Controller - Gebruikershandleiding
Hierbij gelden mogelijk enkele uitzonderingen:
!
Wanneer u de fouttolerantie RAID 0+1 gebruikt, worden
schijfeenheden per twee gespiegeld. In dat geval kan meer dan één
schijfeenheid defect raken en worden vervangen op voorwaarde dat
de overeenkomstige spiegelschijf online is.
!
Als het online-lampje van een online reserveschijf niet brandt (de
schijf is offline), kunt u toch de defecte schijfeenheid vervangen.
Zie appendix D en de gedeelten verderop in deze appendix voor meer
informatie over fouttolerantie.
I
Verwijder een defecte schijfeenheid niet als een ander lid van de array
ontbreekt (is verwijderd maar nog niet vervangen).
I
Verwijder een defecte schijfeenheid niet als een ander lid van de array
opnieuw wordt opgebouwd, tenzij de schijfeenheid die opnieuw wordt
opgebouwd, als online reserveschijf is geconfigureerd. Het online-
lampje van de schijfeenheid gaat knipperen om aan te geven dat een
vervangende schijfeenheid opnieuw wordt opgebouwd op basis van
gegevens op de andere schijfeenheden.
OPMERKING: Een online reserveschijf wordt niet geactiveerd en begint niet opnieuw op
te bouwen na een waarschuwing voor een schijffout omdat de defecte schijfeenheid op
dat moment nog online is. De online reserveschijf wordt pas geactiveerd wanneer een
schijfeenheid in de array daadwerkelijk defect is.
I
Vervang nooit meerdere defecte schijfeenheden tegelijk (ook niet
wanneer het systeem is uitgeschakeld) omdat de fouttolerantie mogelijk
bedreigd raakt. Als u een schijfeenheid vervangt, worden gegevens van
de andere schijfeenheden binnen de array gebruikt om de gegevens op
de vervangende schijfeenheid terug te zetten. Als u meerdere
schijfeenheden verwijdert, is er geen complete set gegevens beschikbaar
om gegevens terug te zetten op de vervangende schijfeenheden en
kunnen gegevens blijvend verloren gaan. (De enige uitzondering is
RAID 0+1, waarbij in theorie maximaal de helft van de schijfeenheden
offline kan worden vervangen zonder gegevensverlies.)
VOORZICHTIG: Schakel een aangesloten schijfenclosure niet uit wanneer de
server waarin de arraycontroller is geïnstalleerd, is ingeschakeld. Omgekeerd
moet u ook eerst de schijfenclosure inschakelen, en dan de server. Als u deze
richtlijnen voor de volgorde van in- en uitschakelen niet in acht neemt, markeert
de arraycontroller de schijfeenheden in de desbetreffende enclosure mogelijk
als defect, waardoor permanent gegevensverlies kan optreden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave