6-4 Compaq RAID LC2 Controller - Gebruikershandleiding
Prestaties van de arraycontroller onder
NetWare optimaliseren
4. Schakel de server weer in als u deze had uitgezet.
5. De firmware van de arraycontroller reconstrueert de informatie op de
nieuwe schijfeenheid aan de hand van de informatie op de resterende
fysieke schijfeenheden in de logische schijfeenheid. Tijdens het
herstellen van de gegevens op hot-pluggable schijfeenheden knippert
het online-lampje. Wanneer de gegevens opnieuw zijn samengesteld,
gaat het online-lampje continu branden.
U kunt de prestaties van het systeem verhogen door rekening te houden met
de volgende tips voordat u NetWare-volumes of -partities maakt:
I
Als u in het Compaq hulpprogramma Systeemconfiguratie een
fouttolerantie-optie heeft geselecteerd, bijvoorbeeld Drive Mirroring
of Distributed Data Guarding, mag u niet kiezen voor Drive Mirroring
wanneer u INSTALL.NLM of NWCONFIG.NLM gebruikt. De
fouttolerantiemogelijkheden van de arraycontroller bieden betere
prestaties en functies voor automatisch gegevensherstel.
I
U wordt aangeraden volumes te maken met een blokgrootte van 64 KB
en de functie Block Sub-Allocation van NetWare te gebruiken. Als u
een grotere blokgrootte gebruikt, wordt de hoeveelheid RAM verkleind
die nodig is om het volume te koppelen, terwijl de functie Block Sub-
Allocation het NetWare mogelijk maakt de schijfruimte efficiënter toe te
wijzen.
Het gebruik van lineair geheugen geeft de beste prestaties in de NetWare-
omgeving. Als u het Compaq hulpprogramma Systeemconfiguratie gebruikt
om de server met NetWare te configureren, worden de geheugenopties
standaard zo ingesteld dat het lineaire geheugen wordt gebruikt. Controleer de
instelling door het Compaq hulpprogramma Systeemconfiguratie uit te voeren
en de geheugeninstellingen na te gaan. Zorg dat een lineaire optie is ingesteld
bij Base Memory.