Als u een nieuwe arraycontroller installeert in een systeem dat al een
arraycontroller heeft, kunt u de nieuwe controller aan het einde van de
controllervolgorde zetten, of de controllers in een andere volgorde
rangschikken. Als u de volgorde wijzigt, worden de huidige
schijfaanduidingen voor alle schijfeenheden in het systeem gewijzigd.
U voorkomt dit door de nieuwe controller aan het einde van de controller-
volgorde te plaatsen.
BELANGRIJK: Maak geen primaire partitie op de toegevoegde schijfeenheden.
Configuratieprocedure
1. Markeer de parameter Controller Order (Controllervolgorde) voor de
nieuwe arraycontroller en druk op Enter.
2. Controleer en wijzig de controllerkenmerken van alle arraycontrollers
die worden weergegeven in het scherm View or Edit Details.
3. Druk op F10 wanneer u de gewenste wijzigingen heeft aangebracht.
4. Selecteer stap 5: Save and Exit (Opslaan en afsluiten) in het scherm
Configuring Your Computer (De computer configureren).
5. Kies Save the Configuration and restart the computer (De configuratie
opslaan en de computer opnieuw opstarten) in het scherm Save and Exit.
6. Druk op Enter in het scherm Reboot (Opnieuw starten).
7. Verwijder de cd of de systeemconfiguratiediskette, en controleer of de
server normaal opstart zonder fouten tijdens de zelftest.
De configuratie van de systeemhardware is voltooid.
Systeem configureren 5-5