Openingsstanden
De bedieningsknoppen voor het schuifdak zit-
ten aan het plafond. U kunt het schuifdak in
twee standen openen:
• Ventilatiestand, achterkant omhoog
1
• Schuifstand/comfortstand
, achteruit/voor-
uit
1
In de comfortstand staat het schuifdak niet
helemaal open om de rijwindgeluiden te be-
perken.
02 Instrumenten, schakelaars en bediening
4
3
2
1
5
6
De contactsleutel moet daarbij in stand I of II
staan.
WAARSCHUWING
Als er kinderen in de auto zitten:
Verbreek bij het verlaten van de auto de
stroomtoevoer naar het schuifdak door de
contactsleutel uit te nemen.
1. Sluiten, automatisch
2. Sluiten, handmatig
3. Openen, handmatig
4. Openen, automatisch
5. Openen, ventilatiestand
6. Sluiten, ventilatiestand
Elektrisch bedienbaar schuifdak (optie)
Ventilatiestand
Openen:
– Duw de achterkant van de knop (5)
omhoog.
Sluiten:
– Trek de achterkant van de knop (6) omlaag.
U kunt het schuifdak vanuit de ventilatiestand
rechtstreeks in de comfortstand zetten: trek
de knop achteruit in de eindstand (4) en laat
de knop los.
Schuifstand
Automatische bediening
– Trek de knop voorbij het
weerstandspunt (3) in de achterste
eindstand (4) of voorbij het
weerstandspunt (2) in de voorste
eindstand (1) en laat hem vervolgens los.
Het schuifdak opent of sluit volledig.
Doe het volgende om het schuifdak vanuit de
comfortstand volledig te openen:
– Trek de knop nogmaals achteruit in de
eindstand (4) en laat de knop vervolgens
los.
Handmatige bediening
Openen:
– Trek de knop achteruit naar het
weerstandspunt (3). Het schuifdak schuift
steeds verder open zolang u de knop in
deze stand vasthoudt.
02
65